Diensten op het gebied van effectenhandel en arbitragehandel kunnen zelfstandige diensten zijn met een eigen btw-regime. Dit blijkt uit een recent oordeel van Hof Amsterdam.
In deze zaak gaf een bv op beurzen en andere handelsplatformen continu bied- en laatprijzen af voor bepaalde financiële instrumenten. Ook was de bv actief in de arbitragehandel. Om haar beursactiviteiten optimaal te verrichten had de bv diverse diensten afgenomen, waaronder real-time informatie over de beurs. De vraag was of deze diensten waren belast met btw of dat het ging om vrijgestelde activiteiten op het gebied van de effectenhandel. Zou het gaan om belaste diensten, dan zou de btw worden verlegd naar de bv. Het hof constateerde dat de diensten los waren af te nemen en niet ondergeschikt waren aan een hoofdprestatie. Hierbij redeneerde het hof dat het vergaren van informatie een doel op zich kon zijn. Nu de prestaties geen onzelfstandig onderdeel waren van de effectenhandel, waren zij belast met btw.
Dienst ten behoeve van onroerende zaak
De bv had ook een overeenkomst gesloten die haar het recht gaf om apparatuur onder te brengen in een bepaalde ruimte (‘Rack Space’) in het buitenland. De bv stelde dat het hier ging om een dienst ten behoeve van een onroerende zaak die niet was belast in Nederland. Het hof verwierp dit standpunt. De bv had niet de wens om een specifieke ruimte te gebruiken, maar wilde alleen maar apparatuur kunnen plaatsen in de nabijheid van de beurs als onderdeel van haar diensten op het gebied van informatie en communicatie. Feitelijk had de bv alleen willen voorkomen dat de apparatuur in de open lucht kwam te staan. Het hof vond dit onvoldoende om te mogen spreken van een dienst ten behoeve van een onroerende zaak. Het hof verklaarde daarom het beroep van de bv ongegrond.
Wet: artikelen 6b en 11, eerste lid, onderdeel i sub 2° Wet OB 1968
Meer informatie: Hof Amsterdam, 29 september 2015 (gepubliceerd 18 november 2015), ECLI:NL:GHAMS:2015:4748
Geef een reactie