De inkeerregeling waarmee zwartspaarders een lagere boete konden krijgen, heeft voor flink hogere belastingopbrengsten gezorgd. Tussen 2002 en 2018 is er voor ongeveer 12 miljard euro aan verborgen vermogen alsnog aangegeven bij de Belastingdienst. Dat leverde 2,1 miljard euro aan belastingen op blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB).
Volgens internationale schattingen hebben Nederlandse huishoudens voor ruim 60 miljard euro uitstaan in belastingparadijzen. De lage boetes voor vrijwillige inkeer en internationale uitwisseling van informatie lijken de vrijwillige inkeer te hebben gestimuleerd.
Vooral de vijf procent meest vermogende huishoudens heeft van de inkeerregeling gebruik gemaakt. De correctie van verborgen vermogen verhoogt het aandeel van de rijkste duizend huishoudens in de totale vermogensverdeling van 8,8% naar 9,4%.
Het ingekeerde vermogen komt voor de iets minder vermogende huishoudens vooral uit België, en voor de groep meest vermogende huishoudens uit Zwitserland. Dit lijkt een aanwijzing dat de huishoudens met de hoogste vermogens die belasting willen ontduiken het vermogen verder weg plaatsen en wellicht ook meer geavanceerde constructies gebruiken.
Langetermijneffect
Deelname aan de inkeerregeling leidt ook tot hogere belastingopbrengsten op de lange termijn. Het box-3-vermogen van inkeerders neemt met ongeveer 60% toe als van de inkeerregeling gebruik wordt gemaakt. Ook in de jaren daarna blijft het box-3-vermogen op dat niveau. Na inkeer staat het vermogen vooral op spaar- en beleggingsrekeningen. Gemiddeld genomen wordt een klein deel besteed aan onroerend goed of geschonken aan familieleden.
Meer informatie: CPB, 17 november 2020
Geef een reactie