De inlener is hoofdelijk aansprakelijk voor de loon- en omzetbelasting die de uitlener is verschuldigd vanwege het verrichten van werkzaamheden van werknemers van de uitlener bij de inlener. Er geldt geen hoofdelijke aansprakelijkheid als geen enkele van bij de in/uitlening betrokken partijen enig verwijt valt te maken. De bewijslast daarvoor ligt bij de inlener.
X bv exploiteert een onderneming die prefab wapeningselementen vervaardigt en in bouwstaal handelt. Y bv heeft werknemers aan X bv ter beschikking gesteld. Aan Y bv zijn naheffingsaanslagen loonheffing en omzetbelasting opgelegd. Y bv heeft deze naheffingsaanslagen niet betaald. De ontvanger heeft X bv aansprakelijk gesteld voor de onbetaald gebleven naheffingsaanslagen.
In geschil bij Hof Arnhem-Leeuwarden is of de ontvanger X bv terecht aansprakelijk heeft gesteld.
Ontvanger heeft beleidsvrijheid om tot aansprakelijkstelling over te gaan
X bv is van mening dat de ontvanger eerst de bestuurders van Y bv aansprakelijk moet stellen voordat hij X bv als inlener aansprakelijk stelt. Het hof is het hier niet mee eens. Het staat de ontvanger vrij om te kiezen wie hij aanspreekt. De ontvanger is niet verplicht om pas tot het inroepen van inlenersaansprakelijkheid over te gaan nadat hij de mogelijkheden bij de bestuurders van de uitlener heeft uitgeput. Ook heeft de ontvanger beleidsvrijheid. Als de curator van Y bv de bestuurders van Y bv dagvaart op grond van artikel 2:248 BW (bestuurdersaansprakelijkheid), dan mag de ontvanger X bv op grond van artikel 34 IW 1990 (inlenersaansprakelijkheid) aansprakelijk stellen.
Disculpatie
Verder is het hof van mening dat voor een beroep op de disculpatiemogelijkheid X bv moet aantonen dat noch X bv noch Y bv een verwijt valt te maken. Volgens het hof heeft zowel X bv als Y bv verwijtbaar gehandeld. X bv had bij Y bv moeten aandringen op het openen van een G-rekening. X bv had een verklaring van betalingsgedrag op moeten vragen. Of X bv had de verschuldigde loonheffing en omzetbelasting rechtstreekse moeten storten bij de Belastingdienst. Het hof verwijt Y bv geen G-rekening te hebben geopend, geen verzekeringen of reserveringen te hebben getroffen voor zieke werknemers en het niet voeren van een toereikende administratie. De ontvanger heeft X bv daarom terecht aansprakelijk gesteld.
Wet: art. 34 IW 1990 en art. 2:248 BW
Geef een reactie