Als een lichaam stelt dat het de fiscus geen aanvullende informatie hoeft te geven over een onderneming, omdat die onderneming is overgedragen, moet het lichaam de overdracht wel aannemelijk kunnen maken. Bijvoorbeeld door te wijzen op een ontvangen tegenprestatie.
Zo was een Engelse limited (ltd) niet ingegaan op het verzoek van de Belastingdienst om aanvullende informatie te geven over haar activiteiten in Nederland. De inspecteur meende dat de ltd een te lage winst had opgegeven in haar aangifte en legde daarom de ltd een navorderingsaanslag vennootschapbelasting op. De Belastingdienst had zelf een schatting gemaakt van de winst. De ltd ging in beroep. Zij stelde onder andere dat de zij (een deel van) de activiteiten in Nederland had overgedragen aan een Engelse dochtermaatschappij. Daarmee zou de inlichtingsplicht overgaan op die dochtermaatschappij. Maar Rechtbank Breda vond dit onwaarschijnlijk, omdat de ltd geen tegenprestatie voor deze overdracht had verantwoord. Omdat de ltd geen juiste aangifte had gedaan en evenmin had voldaan aan haar inlichtingsplicht, was sprake van omkering van de bewijslast. De rechter constateerde dat de inspecteur een redelijke schatting had gemaakt, die de ltd niet kon weerleggen. De rechtbank verklaarde het beroep dan ook ongegrond.
Meer informatie: Rechtbank Breda, 6 september 2012 (gepubliceerd 8 februari 2013), LJN: BY1576
Geef een reactie