Een pensioenovereenkomst die de mogelijkheid biedt pensioenaanspraken te korten als de financiële resultaten van de bv daartoe aanleiding geven, voorkomt niet dat de dga moet afrekenen bij prijsgeven van het pensioen. En dan is de hele aanspraak belast!
In deze zaak ging het om een dga die pensioen in eigen beheer had opgebouwd sinds medio 1993. Met ingang van 1 mei 2013 had de dga recht op een jaarlijks pensioen van ruim € 57.000, maar gezien de financiële situatie van de bv werd geen pensioen uitgekeerd. De inspecteur corrigeerde daarom zijn belastbare box 1 inkomen met het bedrag dat de bv in 2013 aan pensioen had moeten uitkeren. De dga was het daar niet mee eens aangezien de pensioenbrief de mogelijkheid bood om de pensioenrechten te beperken als de financiële resultaten van de bv daartoe aanleiding gaven. Rechtbank Den Haag oordeelde echter dat de pensioenaanspraak was prijsgegeven zodat de aanspraak moest worden aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. Er werd in dit geval namelijk niet voldaan aan de voorwaarden in het besluit prijsgeven dga-pensioen van 18 maart 2013. Daarnaast was niet aannemelijk dat sprake was van ‘niet voor verwezenlijking vatbare rechten’ (zoals genoemd in artikel 19b lid 1 onder c Wet LB), aangezien de bv een vordering op de dga had van ruim € 530.000. Dat de pensioenbrief de mogelijkheid bood pensioenaanspraken te korten was niet relevant volgens de rechtbank aangezien deze inhoud speelde tussen werkgever en werknemer, en dit deed niet af aan de fiscale gevolgen van artikel 19b lid 1 onder c van de wet. De inspecteur had daarom de waarde van de hele pensioenaanspraak tot het belastbare box 1 inkomen moeten rekenen. Aangezien de inspecteur slechts het over 2013 uit te keren pensioenbedrag tot het belastbare inkomen had gerekend, was de aanslag niet te hoog vastgesteld.
Wet: artikel 19b Wet op de loonbelasting 1964
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 24 november 2016 (gepubliceerd 20 december 2016), ECLI:NL:RBDHA:2016:15350
Geef een reactie