Rechtbank Breda heeft geoordeeld dat de inspecteur de foutenleer niet zo maar kan gebruiken om een vrijgevallen herinvesteringsreserve (hir) te belasten als hij dit is vergeten bij het opleggen van de primitieve aanslag.
Balanswaarderingsfout
Het kan gebeuren dat de fiscale balans een fout op het gebied van de waardering bevat. Deze onjuiste waardering kan ontstaan door een stelsel dat in strijd is met het goedkoopmansgebruik. De fout kan ook een afzonderlijke waardering betreffen die in strijd is met goedkoopmansgebruik.
Geen normaal herstel
Soms wordt zo’n balanswaarderingsfout pas ontdekt nadat de waardering van het eindvermogen van het vorige boekjaar onherroepelijk is komen vast te staan. Het gevolg is dat de Belastingdienst geen correctie meer kan toepassen door middel van een aanslag of een navorderingsaanslag. De ondernemer kan de fout evenmin herstellen via een bezwaar- of beroepsprocedure.
Vrijwillige wijziging beginbalans
Herstel is wel mogelijk door de beginbalans te wijzigen in het oudste jaar waarover de Belastingdienst de aanslag nog moet vaststellen. Om te voorkomen dat het verschil tussen deze beginbalans en de eindbalans van het voorafgaande jaar buiten de belastingheffing blijft, is vervolgens een verbetering van de aanslagen van het vorige jaar (of de vorige jaren) nodig. De verbetering gebeurt door navordering of door het vrijwillig betalen van belasting, dan wel door een ambtshalve vermindering. Op die manier wordt de fout hersteld in het jaar of in de jaren waarin de fout de winst(en) heeft beïnvloed. Deze vorm vereist wel dat zowel de ondernemer als de inspecteur daarmee akkoord gaat.
Foutenleer
Het is mogelijk dat de ondernemer of de inspecteur niet wil dat de fout wordt hersteld in alle jaren waarin de fout de winsten heeft beïnvloed. In dat geval kan men de foutenleer toepassen. Deze methode houdt in dat het herstel van de fout alleen plaatsvindt in het oudste nog openstaande jaar. Overigens valt de foutenleer alleen toe te passen als de desbetreffende fouten betrekking hebben op de balanswaardering. Heeft een ondernemer bijvoorbeeld in enig jaar een ontstane vordering ontvangen en buiten de boeken gehouden, dan kan de inspecteur de onbelast gebleven winst niet alsnog met toepassing van de foutenleer belasten. Er is dan immers sprake van een incidentele fout. Zie ook ‘Foutenleer werkt twee kanten op'.
Tegemoetkoming
Uit de fiscale rechtspraak is gebleken dat de Belastingdienst een ondernemer een redelijke tegemoetkoming moet bieden als de toepassing van de foutenleer voor hem onredelijke gevolgen heeft. Dit geldt niet alleen als de fout (mede) is te wijten aan de inspecteur, maar ook als de oorzaak uitsluitend bij de ondernemer ligt. Dit betekent overigens niet dat de ondernemer zijn nadeel exact vergoed krijgt. Voldoende is dat de fiscus op globale wijze aan het ontstane nadeel tegemoetkomt.
Vergeten herinvesteringsreserve
De Belastingdienst kan de foutenleer niet gebruiken om de regels voor navordering te ontlopen. In een zaak voor Rechtbank Breda had een bv in 2003 een herinvestering moeten doen om te voorkomen dat haar hir vrijviel. De herinvestering bleef achterwege, maar de Belastingdienst belastte de vrijval van de hir niet in 2003 en evenmin in de primitieve aanslag in 2004. De inspecteur wilde de belasting over de hir wel navorderen over 2004 met toepassing van de foutenleer. De rechtbank stond de navordering niet toe. De inspecteur had de fout mogen herstellen in de primitieve aanslag over 2004. Nu hij dit had nagelaten, mocht hij over dat jaar geen navorderingsaanslag opleggen. Het jaar 2004 stond immers niet meer open. Bovendien ontbrak een nieuw feit.
Wet: artikel 3.54 IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Breda, 13 april 2012 (gepubliceerd 19 juni 2012), LJN: BW8691
Geef een reactie