Als de koper van een nieuw vervoermiddel al vóór de aankoop de intentie had om het duurzame eindgebruik in Nederland te laten plaatsvinden, moet hij de over de aankoop verschuldigde btw aangeven in zijn aangifte. Doet hij dat niet, dan mag de fiscus de verschuldigde btw naheffen.
Voor de vraag of er sprake is van een intracommunautair verwerving van een nieuw vervoermiddel, zoals een zeiljacht, is vooral van belang in welke lidstaat dit vaartuig duurzaam zal worden gebruikt. Volgens Rechtbank Haarlem kunnen daarbij de volgende factoren een belangrijke rol spelen: de plaats waar het vervoermiddel is gekocht en geregistreerd, de woonplaats en de nationaliteit van de koper en de zomer-/ en winterligplaats van het vaartuig. De rechter kwam door toepassing van deze criteria tot de conclusie dat een man die een zeiljacht kocht dat in Frankrijk werd gebouwd de bedoeling had om dit duurzaam in Nederland te gebruiken. Het duurzame eindgebruik zou dus plaatsvinden in Nederland. Uit de Financial Lease Agreement die de man voor de aankoop van het vaartuig was aangegaan, bleek bovendien dat hij vanaf het begin de feitelijke beschikkingsmacht had over het vaartuig. Ook had hij de mogelijkheid om het jacht onder normale voorwaarden te bezwaren of te verhuren. De levering moest op grond van deze feiten en omstandigheden worden aangemerkt als een intracommunautaire levering door de leverancier in Frankrijk, wat leidde tot een intracommunautaire verwerving door de koper in Nederland. Dat de Franse autoriteiten de transactie tussen de leasemaatschappij en de koper mogelijk als een dienst zouden beschouwen, deed er niet toe.
Meer informatie: Rechtbank Haarlem, 14 november 2012 (gepubliceerd 29 januari 2013), LJN: BY9849
Geef een reactie