Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over een aanpassing van de splitsingsvrijstelling.
In de praktijk is het onbedoeld mogelijk geworden om de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting ruimer toe te passen dan oorspronkelijk de bedoeling was. Zo kan met een samenstel van transacties heffing van overdrachtsbelasting worden voorkomen bij de overdracht van onroerende zaken terwijl bij een rechtstreekse overdracht wel overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn. Het kabinet vindt dit onwenselijk en komt daarom met conceptregelgeving om dit te bestrijden.
Deze maatregel past de voorwaarden aan waaronder de vrijstelling van toepassing is. Onder dit voorstel gelden de volgende voorwaarden:
- Een aanhoudingseis van 3 jaar.
- Een ondernemingseis.
- Een voortzettingseis voor de verkregen onderneming van 3 jaar.
- Na de splitsing kan een opvolgende vrijgestelde rechtshandeling (fusie, splitsing, interne reorganisatie) of een aandelenfusie plaatsvinden waarbij de opvolgende verkrijger in de plaats treedt van de verkrijger bij de eerdere splitsing.
- Wanneer dat het geval is wordt de vrijstelling niet teruggenomen mits de opvolgende verkrijger een soortgelijk belang verkrijgt.
- Wanneer een opeenvolging van verschillende vrijgestelde rechtshandelingen in overwegende mate is gericht op het voorkomen van belastingheffing geldt de vrijstelling niet.
- De vrijstelling ziet ook op zogenoemde ruziesplitsingen (aandeelhouders uit elkaar), hier geldt de ondernemingseis en bijbehorende voortzettingseis niet, de aanhoudingseis geldt wel.
- De vrijstelling is ook van toepassing als door de splitsing aandelen worden verkregen in een onroerendezaaksrechtspersoon en deze kwalificeren als een aanmerkelijk belang (codificering van een beleidsbesluit).
De internetconsultatie staat open tot en met 6 mei 2024.
Bron: Ministerie van Financien, 8 april 2024
Masterclass Overdrachtsbelasting
Tijdens deze masterclass besteedt specialist prof. dr. René van der Paardt aandacht aan de tariefswijziging, de heffingsmaatstaf en erfpacht. Daarnaast komt de vrijstelling bij samenloop met de btw aan de orde en de jurisprudentie inzake vervaardigen van nieuw onroerend goed. De heffing bij transacties met aandelen van een onroerende zaak rechtspersoon wordt vervolgens behandeld en ten slotte wordt er ingegaan op de heffing van overdrachtsbelasting bij besloten en open beleggingsfondsen.
Geef een reactie