Volgens de wetgever voldoet de huidige Wet WOZ niet meer aan alle doelstellingen. Er is daarom een internetconsultatie gestart over het conceptwetsvoorstel Wet verbetering rechtsbescherming WOZ. Dit mag waar zijn voor de huidige eigenaar of gebruiker van een woning. De belanghebbende die in de loop van het jaar belanghebbende wordt, is in het voorstel slechter af dan onder de huidige Wet WOZ.
In 1995 trad de Wet Waardering onroerende zaken (WOZ) in werking. Destijds beoogde de wetgever met de WOZ een wettelijke regeling voor de bepaling en vaststelling van de waarde van onroerende zaken in te voeren. Deze waarde zou op een zo breed mogelijk terrein ten grondslag kunnen worden gelegd aan de heffing van belastingen door de verschillende overheden. Deze doelstelling heeft de WOZ nog steeds. Sinds 2010 kunnen bestuursorganen de WOZ ook gebruiken voor andere doeleinden, bijvoorbeeld in het kader van de bestrijding van vastgoedcriminaliteit. Vanaf 2015 komt daar nog bij de grotere rol van de WOZ-waarde binnen het woningwaarderingsstelsel voor het bepalen van de maximale huurprijs binnen de gereguleerde huursector.
Verslechtering rechtsbescherming
Het bovenstaande heeft gevolgen gehad voor de rechtsbescherming van de WOZ. Bij het uitsluitende gebruik van de WOZ voor de belastingheffing, hebben belanghebbenden vooral baat bij een lagere vastgestelde waarde. Bij het gebruik van WOZ-waarden voor niet-fiscale doeleinden kunnen belanghebbenden ook baat hebben bij een hogere WOZ-waarde. Denk daarbij aan de verhuurder van een sociale huurwoning die meer huur kan vragen naar mate de WOZ-waarde van de woning hoger is. Vanaf 1 oktober 2015 is daarom ook in de WOZ opgenomen dat belanghebbenden desgevraagd ook om een hogere WOZ-waarde kunnen verzoeken.
Oorspronkelijke doelstelling
Het oorspronkelijke doel van de WOZ was het gebruik voor belastingheffing. Dat zien we ook terug in enkele belangrijke uitgangspunten:
- Vaststelling van de WOZ-waarde door een voor bezwaar vatbare beschikking.
- De mogelijkheid om in bezwaar en beroep te kunnen komen tegen een vastgestelde waarde.
- Regels voor de bekendmaking van de WOZ-waarde aan belanghebbende. Daarbij onderkent de wetgever dat door doelmatigheidsredenen niet iedere belanghebbende direct wordt bereikt. Door middel van een vangnetbepaling, kan iedereen die aannemelijk maakt een belang te hebben bij de WOZ-waarde om een WOZ-beschikking verzoeken.
- Mogelijkheid dat een gemeente een WOZ-waarde ambtshalve vermindert als binnen vijf jaar na het geven van de beschikking blijkt dat de waarde ten minste 20% lager is.
- Bij een nieuw feit kan een gemeente de vastgestelde WOZ-waarde verhogen.
Bovengenoemde regels waren effectief in de tijd dat iedereen belang had bij een lagere WOZ-waarde. Vanaf oktober 2015 kunnen belanghebbenden echter ook baat hebben bij een hogere waarde, de wetgeving is hierop niet aangepast. Als na bezwaar een hogere WOZ-waarde is vastgesteld, is niet geregeld dat die hogere WOZ-waarde ook voor alle andere belanghebbenden geldt. Ook kunnen belanghebbenden zich niet verzetten tegen een verhoging en is geen rekening gehouden met het feit dat niet iedereen is gebaat bij een ambtshalve, vermindering van de WOZ-waarde, waartegen geen rechtsmiddelen openstaan.
Wetsvoorstel Wet verbetering rechtsbescherming WOZ
Bovenstaande is aanleiding voor het indienen van het Wetsvoorstel Wet verbetering rechtsbescherming WOZ. Uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat aan een onroerende zaak jaarlijks één waarde wordt toegekend. Het huidige systeem kent een subjectbenadering. Het idee is om dit los te laten en te kiezen voor zaaksgebonden WOZ-beschikking. Een beschikking per object. Dit heeft allerlei gevolgen.
Open stelsel van rechtsbescherming AWB
De wetgever wil de Wet WOZ laten aansluiten bij het open stelsel van rechtsbescherming van de Algemene wet bestuursrecht. De reden daarvoor is dat de WOZ-waarde wordt vastgesteld voor een object. Het kan niet meer zo zijn dat voor één object meerdere verschillende WOZ-waarden worden gehanteerd. Er komt één WOZ-beschikking die geldt voor alle belanghebbenden. Op basis van de beoogde stelselwijziging kunnen dus alle personen die belang hebben bij een WOZ-beschikking, bezwaar maken tegen een WOZ-waarde. Ook kunnen alle belanghebbenden op eigen verzoek of ambtshalve als partij in een procedure worden betrokken.
Geen tussentijdse wijziging van WOZ-beschikking
Belangrijke wijziging is dat de tussentijdse WOZ-beschikking komt te vervallen. De wetgever vindt het vanuit een oogpunt van rechtszekerheid ongewenst dat een WOZ-waarde gedurende het jaar wordt aangepast, als de beschikking onherroepelijk vaststaat. Verder komt ook de vangnetbepaling te vervallen. De vangnetbepaling was in het leven geroepen voor medebelanghebbenden. Deze kan nu ten tijde van de vaststelling van de WOZ-waarde al eventueel zelf in actie komen. Diegenen die in de loop van een jaar een belang krijgen bij een vastgestelde WOZ-waarde, kunnen in dat jaar niet zelf in bezwaar of beroep komen. Zij kunnen pas in het daarop volgend jaar in actie komen.
Fictie bekendmaking aan eigenaar is bekendmaking aan alle belanghebbenden
Een belangrijke wijziging volgt uit de wijziging van het systeem van rechtsbescherming. De wijze van bekendmaking van een besluit, dat de WOZ-beschikking is, is erg belangrijk. Het besluit moet eerst op een voorgeschreven wijze bekend worden gemaakt. Ook is een goede bekendmaking van belang voor het tijdig kunnen instellen van bezwaar. Voor de zaaksgebonden WOZ-beschikking blijft de huidige wijze van bekendmaking gehandhaafd. Wanneer er meerdere eigenaren en/of gebruikers zijn, treedt een fictie in werking. Bekendmaking van de WOZ-beschikking aan een eigenaar en/of gebruiker impliceert tegelijkertijd bekendmaking aan alle andere eigenaren en/of gebruikers.
Herzieningsmogelijkheden WOZ-waarde
Het wetsvoorstel voorziet in een herzieningsbepaling waarbij de WOZ-waarde zowel tussentijds kan worden verminderd als verhoogd als die waarde onjuist is vastgesteld en dit de belanghebbenden op het moment van het bekendmaken van de WOZ-waarde redelijkerwijs kenbaar is. Als de oorspronkelijke waarde ten minste 30% afwijkt van de uiteindelijk vastgestelde waarde, wordt de onjuistheid van de vastgestelde waarde geacht redelijkerwijs kenbaar te zijn geweest. Het is dus uitdrukkelijk niet de bedoeling om na het onherroepelijk vaststaan van de WOZ-waarde, deze WOZ-waarde nog eens te kunnen herbezien. De bevoegdheid tot het vaststellen van een herzieningsbeschikking vervalt na verloop van vijf jaar na het kalenderjaar waarvoor de vastgestelde waarde van de onroerende zaak geldt.
Handhaving toepasselijkheid bepalingen AWR
Voor het procesrecht blijft de Wet WOZ voor de belastingheffing een belangrijk doel. Daarom blijven een aantal bepalingen uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen van toepassing. Ook blijft de fiscale rechter de bevoegde rechter. Elke belanghebbende kan bezwaar maken en verzoeken om een lagere of juist hogere WOZ-waarde. Een belanghebbende die bezwaar maakt, moet er in ieder geval niet slechter van worden. Hebben twee belanghebbenden echter tegenstrijdige belangen, dan kan het wel zo zijn dat een van de belanghebbenden er slechter van wordt. Een belanghebbende kan tegen de uitspraak op bezwaar in beroep. Hiervoor gelden de normale regels. Binnen zes weken na de uitspraak op bezwaar moet men beroep instellen bij de rechtbank.
Kort commentaar
De NOB heeft een aantal bezwaren geuit tegen het concept wetsvoorstel. Zij vraagt zich af hoe groot het probleem eigenlijk is dat de wetgever beoogd op te lossen na de wetswijziging van 1 oktober 2015. Belangrijker nog is het feit dat het beoogde doel van rechtsbescherming in veel situaties juist niet wordt bereikt of althans wordt ingeperkt. De NOB ziet een significante verslechtering van de rechtsbescherming van anderen dan de huidige eigenaar en/of gebruiker. De voorgestelde zaaksgebonden WOZ-beschikking is aan alle belanghebbenden gericht, maar wordt slechts toegezonden aan een eigenaar en/of gebruiker. Bekendmaking aan de eigenaar en/of gebruiker wordt geacht bekendmaking aan alle belanghebbenden te zijn. Veel belanghebbenden zullen daardoor in hun rechtsbescherming worden geschaad of belemmerd. Het idee dat een belanghebbende zelf in actie moet komen om niet in verzuim te raken, verdraagt zich volgens de NOB slecht met de bescherming van een belanghebbende die te goeder trouw handelt. De NOB voorziet grote problemen bij eigenaren die buiten hun eigen toedoen worden geconfronteerd met een opeenstapeling van meerdere belastingjaren met daarin onduidelijke fiscale posities, omdat door andere belanghebbende(n) voor één of meerdere objecten bezwaar of beroep is aangetekend.
Belanghebbenden die in de loop van een jaar belanghebbenden worden zijn heel slecht af, zij kunnen geen rechtsmiddelen inzetten om zich te verzetten tegen een WOZ-waarde. Denk hierbij aan de erfgenaam die een woning erft en het niet eens is met de WOZ-waarde. Ook een woningcorporatie die veel woningen krijgt in de loop van een jaar, kan geen actie ondernemen om de WOZ-waarden hoger te laten vaststellen, om zo een hogere huur te kunnen krijgen.
De NOB verzoekt de wetgever op grond van het bovenstaande om de wetswijziging van 1 oktober 2015 ongedaan te maken en dit consultatiewetsontwerp niet of in gewijzigde vorm in te dienen.
Meer informatie: Wet verbetering rechtsbescherming WOZ t.b.v. internetconsultatie en reactie van de Commissie Wetsvoorstellen van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs op de internetconsultatie Wet verbetering rechtsbescherming WOZ van 1 maart 2019.
Geef een reactie