De staatssecretaris van Financiën heeft besloten tot intrekking van het besluit over hybride geldverstrekkingen, naar aanleiding van een recent arrest van de Hoge Raad.
In het besluit over hybride geldverstrekkingen van 29 augustus 2017, nr. 2017-38941, is beleid opgenomen voor de beoordeling of een geldverstrekking voor de toepassing van de vennootschaps- en dividendbelasting al dan niet is aan te merken als een kapitaalverstrekking. Dit beleid heeft als uitgangspunt dat als een geldverstrekker bij faillissement of ontbinding op gelijke wijze in de verliezen van de vennootschap deelt als de (preferente) aandeelhouders, een relevante terugbetalingsverplichting ontbreekt. Het besluit acht deze zogenoemde schuldaansprakelijkheid een beslissend kenmerk van fiscaal (en civiel) kapitaal. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 15 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:874, anders beslist.
Gezien dit arrest worden vanaf dat moment de standpunten zoals opgenomen in het besluit van 29 augustus 2017, 38941, niet langer door de staatssecretaris ingenomen. Dit besluit heeft daarmee zijn belang verloren en wordt derhalve ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit. Dit besluit treedt in werking met ingang van 29 september 2020.
Meer informatie: Besluit van 17 september 2020, nr.2020-18376, Stcrt. 2020, 49609
Geef een reactie