Enige tijd geleden maakte het Ministerie van Financiën bekend dat zij van plan is om de BTW-herziening ook toe te passen op ‘kostbare diensten’. Dit blijkt uit het conceptbesluit voor wijziging van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968, zoals opgenomen bij de internetconsultatie.
Wat houdt BTW-herziening in?
Tot op heden gelden de BTW-herzieningsregels alleen voor investeringsgoederen. Een investeringsgoed is (een deel van) een onroerende zaak die men als zelfstandig goed kan aanmerken of een investering in een bedrijfsmiddel. Bij een investering brengt de ondernemer in eerste instantie alle BTW in aftrek. Als een ondernemer binnen de herzieningstermijn van het investeringsgoed het gebruik van het goed wijzigt, dan moet hij de BTW herzien. Voor onroerende zaken loopt de herzieningstermijn vanaf het jaar van ingebruikname tot en met de negen daaropvolgende jaren. Voor andere investeringsgoederen is dat vanaf het jaar van ingebruikname tot en met de vier daaropvolgende jaren.
Wanneer is sprake van een kostbare dienst?
Om te kunnen beoordelen welke gevolgen de invoering van de BTW-herziening voor kostbare diensten heeft, is het nodig om eerst te bepalen wanneer sprake is van een kostbare dienst.
Daarbij gaat het om: ‘diensten die kwalificeren als investeringsgoederen, bestaande uit door de ondernemer afgenomen diensten, waarop hij voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting afschrijft of waarop hij zou kunnen afschrijven indien hij aan een zodanige belasting zou zijn onderworpen.´ Dit zijn bijvoorbeeld verbouwingen waarop de BTW-ondernemer voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting afschrijft. Ook IT-diensten en intellectuele eigendom vallen onder het begrip kostbare dienst.
Geen overgangsregeling
Deze nieuwe regeling zal volgens plan per 1 januari 2018 ingaan. In het conceptvoorstel is gemeld dat er geen overgangsregeling geldt. Het gevolg is dat de herzieningsregeling voor diensten mogelijk ook van toepassing is op kostbare diensten die voor 1 januari 2018 worden aangekocht. Dit vraagt om extra actie van de ondernemer en zijn adviseur. Bijvoorbeeld als een ondernemer een onroerende zaak in gebruik heeft en in 2009 of daarna voor eigen rekening een verbouwing heeft uitgevoerd waarvan de uitgaven geheel of gedeeltelijk zijn geactiveerd en verricht of verrichtte in één of meerdere jaren van het tijdvak 2009 tot en met 2017 zowel belaste als vrijgestelde prestaties.
Is sprake van een ondernemer die in het tijdvak 2009-2017 een BTW-belast verhuurd pand heeft laten verbouwen? Dan leest u op Tax Talks in de e-learning ' Gevolgen invoering BTW-herziening op diensten per 1 januari 2018’ van Carola van Vilsteren wat u kunt doen om de gevolgen van de BTW-herziening te beperken. Bent u nog geen abonnee? Meld u dan nu aan.
Informatie: Internetconsultatie Uitbreiding BTW-herzieningsregels voor kostbare diensten
Geef een reactie