Staatssecretaris Wiebes heeft meer tijd nodig om de onrust en knelpunten omtrent de Wet DBA weg te nemen en heeft daarom besloten om de implementatietermijn voor de volledige invoering van de Wet DBA te verlengen tot in ieder geval 1 januari 2018. Daarmee is ook de repressieve handhaving tot die datum opgeschort.
Die opschorting geeft het kabinet de tijd voor een herijking van de criteria 'vrije vervanging' en 'gezagsverhouding'. Deze criteria uit het arbeidsovereenkomstrecht, dat al sinds 1907 bestaat en die nader zijn ingevuld in de jurisprudentie, zijn aan herijking toe, blijkt onder andere uit het rapport van de Commissie beoordeling modelovereenkomsten Wet DBA. Het kabinet wil daar haast mee maken en hoopt tijdig voor een volgend regeerakkoord met resultaten te komen.
Kwaadwillenden
Voor de groep evident kwaadwillenden zal de Belastingdienst met ingang van 1 mei 2017 starten met een (repressief) handhavingsbeleid. Voor deze groep geldt dus geen verlengde implementatietermijn.
De staatssecretaris van Financiën kwalificeert ‘kwaadwillenden’ als volgt:
‘Kwaadwillend is de opdrachtgever of opdrachtnemer die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking (en daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behaalt en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantast).’
Verdere verlenging implementatietermijn?
Wiebes wil medio 2017 de voortgang van de implementatie van de Wet DBA opnieuw beoordelen om op dat moment te besluiten of een verdere verlenging van de implementatietermijn tot een datum na 1 januari 2018 gewenst is.
Meer informatie: Kamerbrief Tweede voortgangsrapportage Wet DBA
Geef een reactie