De Belastingdienst mag een creditcardmaatschappij om inzage in de transactiegegevens vragen als dat nodig is voor de belastingheffing.
Rechtbank Amsterdam kwam tot deze conclusie in een zaak waarin de Belastingdienst een creditcardmaatschappij had verzocht om inzage in de transactiegegevens van buitenlandse creditcards en debitcards. De inspecteur had deze gegevens nodig om Nederlandse belastingplichtigen met buitenlands vermogen te kunnen identificeren. De creditcardmaatschappij weigerde inzage te geven. Zij beriep zich daarbij op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Dit verdrag stelt dat alle verdachten recht hebben op een eerlijk proces (zie ook ‘Fiscus mag gebruik zwijgrecht niet beboeten’). De creditcardmaatschappij vreesde namelijk dat de fiscus de gegevens zou kunnen gebruiken in een strafzaak tegen de cardhouders of voor het opleggen van een bestuurlijke boete. De voorzieningenrechter vond dat de creditcardmaatschappij op zijn minst een concrete aanwijzing moest geven dat die vrees gegrond was. Maar uit niets bleek dat de fiscus de gegevens voor iets anders zou gebruiken dan voor de belastingheffing. De voorzieningenrechter legde daarom de creditcardmaatschappij een last onder dwangsom op van € 5000 voor iedere dag na de termijn dat zij in gebreke bleef tot een maximum van € 150.000.
Wet: artikel 53, eerste lid, onderdeel a AWR
Verdrag: artikel 6 EVRM
Meer informatie: Rechtbank Amsterdam, 8 november 2011 (gepubliceerd 17 april 2012), LJN: BW2575
Geef een reactie