Het beeldscherm en de invoermogelijkheden van de iPad zijn beperkt in vergelijking met desktop-PC’s en laptops. In tegenstelling tot de rechtbank vindt Hof Amsterdam daarom dat verstrekte iPads voor de loonbelasting behoren tot ‘communicatiemiddelen’.
In december 2010 verstrekte RTL een iPad aan al haar vaste werknemers. Met de Belastingdienst ontstond discussie over de vraag of de iPads aangemerkt moesten worden als ‘telefoon, internet en dergelijke communicatiemiddelen’ (eis van min. 10% zakelijk gebruik) of ‘computers en dergelijke apparatuur’(eis van min. 90% zakelijk gebruik). Eerder oordeelde de rechtbank in deze zaak dat de iPads vielen onder ‘computers en dergelijke apparatuur’. Hof Amsterdam kwam nu echter tot een ander oordeel. De wettekst geeft geen beschrijving van de betreffende begrippen en de technologische ontwikkeling heeft ertoe geleid dat het onderscheid tussen computers en communicatie middelen steeds verder is vervaagd. iPads hebben naar hun gebruiksmogelijkheden zowel elementen van een klassiek communicatiemiddel (bijv gebruik van skype) als van een klassieke computer (bijv tekstverwerking). Volgens het hof is kenmerkend voor de iPad dat invoer van gegevens gaat met een touchscreen toetsenbord dat op het beeldscherm verschijnt. Het toetsenbord neemt dan een belangrijk deel van het scherm in beslag en door het touchscreen gaat de invoer van gegevens minder vlot dan bij een klassiek toetsenbord. Het beeldscherm en invoermogelijkheden van de iPad zijn te beperkt voor langdurig gebruik als computer. Omdat deze beperkingen zich niet of in mindere mate voordoen bij gebruik voor communicatie, behoren de verstrekte iPads tot de communicatiemiddelen. Gelet op de activiteiten en werkzaamheden van de producent achtte het hof aannemelijk dat het zakelijk gebruik van de iPads de grens van 10% van het totale gebruik had overschreden. Dat aan veel werknemers ook een smartphone ter beschikking was gesteld deed daar niet aan af.
Wet: artikel 15b, lid 1 onderdeel f Wet LB 1964 (tekst 2010, en daarna obv keuzeregime via artikel 39c Wet LB 1964)
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 25 september 2014 (gepubliceerd op 29 september 2014), ECLI:NL:GHAMS:2014:3946
Geef een reactie