Het opstellen van een nadere notariële akte om onbedoelde belastingheffing achteraf te voorkomen kan onder voorwaarden zijn doel bereiken. De Hoge Raad gaf aan welke bepalingen de akte dan in ieder geval moet bevatten.
In deze zaak ging het om de overdracht van een pand tussen twee bv’s. Vader wilde het pand in zijn bv binnen fiscale eenheid belastingvrij overdragen aan de bv van zijn zoon. Dit gebeurde bij notariële akte op 12 december 2003. Later bleek echter dat geen verzoek voor een fiscale eenheid was ingediend en de inspecteur dus onbedoeld toch belasting kon heffen. Het verzoek om een fiscale eenheid werd na de ontdekking direct ingediend, en de fiscale eenheid kwam op 2 januari 2004 alsnog tot stand.
Nadere akte
Een notaris probeerde met een nadere akte ervoor te zorgen dat de economische eigendom van het pand tussen 12 december en 2 januari bij de bv was gebleven, zodat de economische eigendom alsnog binnen fiscale eenheid zou zijn overgedragen. De Hoge Raad gaf aan dat zo’n notariële akte van rectificatie in ieder geval bepalingen moet bevatten waaruit blijkt dat partijen de verrekening van de koopprijs ongedaan hebben gemaakt. Bovendien moeten ze de opbrengsten en kosten die tot de datum van die akte opkomen alsnog ten goede respectievelijk ten laste van de verkoper hebben laten komen.
Update: Uit hoger beroep bij het Hof Arnhem blijkt dat er in deze zaak niet aannemelijk is gemaakt dat het volledige risico betreffende waardeverandering en tenietgaan van het pand bij de belanghebbende is gebleven. Ook het beroep op dwaling van de twee bv's omtrent de fiscale (rechts)gevolgen werd door het Hof teniet gedaan, omdat de bv's ermee bekend waren dat een overdracht van het bedrijfspand buiten de fiscale eenheid tot heffing van Vpb zou leiden. Het hoger beroep van de belanghebbende werd om die redenen door het Hof ongegrond verklaard.
Meer informatie: Hoge Raad, 28 oktober 2011, LJN: BU1909
Geef een reactie