
Het kabinet kan niet voldoen aan het verzoek in een motie om de ANBI-status van Extinction Rebellion in te trekken. Dit schrijft staatssecretaris Van Oostenbruggen in een brief aan de Tweede Kamer.
Intrekking van de ANBI-status geschiedt door de inspecteur van de Belastingdienst in bij wet bepaalde gevallen. In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat verdenkingen, niet-vervolgbare activiteiten of gedrag dat simpelweg niet aansluit bij de algemeen gangbare definitie van algemeen nut geen redenen zijn om de ANBI-status van een instelling in te trekken. De landsadvocaat heeft advies hierover uitgebracht en deelt deze conclusie. Een belangrijk punt is dat een instelling of persoon binnen zestien weken een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) moet kunnen overleggen als hierom wordt gevraagd. Gerede twijfel veronderstelt dat de inspecteur niet te lichtvaardig kan overgaan tot het opvragen van een VOG, mede gelet op de neutrale toetsing of sprake is van algemeen nuttige activiteiten.
Verdenkingen, niet-vervolgbare activiteiten of gedrag dat niet aansluit bij de algemeen gangbare definitie van algemeen nut zijn geen redenen om de ANBI-status van een instelling in te trekken. Dit betekent dat de inspecteur zorgvuldig moet afwegen of er voldoende redenen zijn om een VOG op te vragen en dat niet elke verdenking of afwijkend gedrag automatisch leidt tot intrekking van de ANBI-status.
Het kabinet zal hierop terugkomen in het kabinetsstandpunt op de evaluatie van de ANBI-regelgeving, die op korte termijn aan de Kamer zal worden aangeboden.
Geef een reactie