Het kabinet deelt de conclusies van het evaluatierapport van de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) en neemt grotendeels de aanbevelingen over. Dit schrijf staatssecretaris Heijnen in een Kamerbrief.
In totaal is in de evaluatieperiode bijna € 11 miljard aan milieuvriendelijke investeringen met de MIA/Vamil ondersteund. Hiermee zijn 110.000 investeringen gemoeid. Het grootste deel van de investeringen is gedaan in de thema’s Mobiliteit, Gebouwde Omgeving en Voedselvoorziening en Landbouwproductie (samen 92%). De Vamil heeft een geschat fiscaal voordeel van 3% van het gemelde investeringsbedrag. Voor de MIA bedroeg het netto fiscale voordeel in 2021 tussen de 2% en 15,7% van het investeringsbedrag.
Aanbevelingen van het evaluatierapport
De onderzoekers doen drie aanbevelingen:
- 1. Strikter actualiseren van de Milieulijst.
- 2. Nader onderzoek doen naar de effectiviteit van fiscale regelingen ten opzichte van directe subsidies.
- 3. Integreren van de bezwaarprocedure met het aanvraagproces van RVO en het afgeven van de beschikking door RVO.
Het kabinet deelt de conclusies van het rapport en neemt grotendeels de aanbevelingen over. De horizonbepaling van het Belastingplan 2024 zal worden verlengd van 1 januari 2024 naar 1 januari 2029. Het verhoogde budget van de MIA (voor verduurzaming van het mkb) zal ook structureel worden voortgezet, met € 48 miljoen in 2024 en € 50 miljoen vanaf 2025.
Milieulijsten strenger actualiseren
Het kabinet zal de Milieulijsten strenger actualiseren volgens de aanbeveling van de onderzoekers, waarbij rekening wordt gehouden met zowel technologieën die beter beschikbaar zijn op de markt als technologieën waarvan de hogere aanschafprijs geen obstakel meer vormt. Waar mogelijk zullen stimuleringsregelingen niet worden gestapeld, en er zullen aanscherpingen worden voorgesteld voor bepaalde codes in de Milieulijst 2024. Om meer inzicht te krijgen in de mogelijke gevolgen van het omzetten van de MIA naar een subsidievariant, heeft het kabinet RVO gevraagd om een eerste duiding.
Er wordt vervolgonderzoek gedaan naar de werking van het fiscale instrument voor het bedrijfsleven, waarbij ook gekeken zal worden naar mogelijke verbeteringen of vereenvoudigingen. De Kamer zal in 2024 nader geïnformeerd worden.
Bezwaarprocedure
Tot slot wil het kabinet de bezwaarprocedure van de MIA/Vamil integreren in het aanvraagproces van RVO, vergelijkbaar met de EIA. Momenteel ontvangt RVO geen beschikking voor de MIA/Vamil, maar wordt hun kennis gebruikt door de belastinginspecteur voor de technische beoordeling. De integratie van het aanvraagproces en de bezwaarprocedure zal leiden tot een verklaring van RVO waar bezwaar en beroep tegen openstaan. Hiermee wordt de Belastingdienst op dit punt ontlast.
Bron: Kamerbrief over beleidsevaluatie MIA/Vamil 2017-2021, Ministerie IWS, 14 september 2023
Geef een reactie