‘Het is een enorm lastige puzzel die op korte termijn gelegd moet worden’, schrijft staatssecretaris Van Rij in een Kamerbrief. Woensdag debatteert de Kamer over de vermogensrendementsheffing, oftewel de spaartaks.
Het is een wettelijke verplichting om binnen zes weken na het arrest van de Hoge Raad een collectieve uitspraak te publiceren op het massaal bezwaar. Dat betekent dat op 4 februari aanstaande een collectieve uitspraak op het massaal bezwaar over 2017 en 2018 moet worden gepubliceerd. Ook voor de jaren 2019 en 2020 lopen massaal bezwaarprocedures. De in deze procedures geformuleerde rechtsvraag is nagenoeg gelijk aan die van de procedures 2017 en 2018. Van Rij heeft daarom besloten op 4 februari ook uitspraak te doen in de massaal bezwaarprocedures voor de belastingjaren 2019 en 2020.
Voor wie komt er rechtsherstel?
Het kabinet beoogt op 4 februari een uitspraak over de jaren 2017 tot en met 2020 te publiceren in de Staatscourant en op de website van de Belastingdienst, die zo veel mogelijk op hoofdlijnen is. Op die manier wil het kabinet recht doen aan de uitspraak van de Hoge Raad en tegelijkertijd ruimte openlaten voor de complexe besluitvorming die nog moet plaatsvinden over onder andere de exacte doelgroep van het rechtsherstel en de wijze waarop het rechtsherstel plaats zal vinden. Het is een ingewikkeld vraagstuk waar zorgvuldig naar gekeken moet worden. Over wat minimaal in de uitspraak dient te staan, is advies ingewonnen van de Landsadvocaat. Dat advies is bijgevoegd. Van Rij benadrukt daarbij dat het feit dat in de uitspraak is vermeld dat herstel zal plaatsvinden voor degenen die rechtsgeldig bezwaar hebben gemaakt, niet uitsluit dat uiteindelijk ook andere groepen belastingplichtigen in aanmerking komen voor rechtsherstel. Voor burgers die geen bezwaar hebben gemaakt over de belastingjaren 2017 tot en met 2020 geldt enerzijds dat hun aanslagen al definitief zijn vastgesteld. Anderzijds is het de vraag in hoeverre een beroep kan worden op ambtshalve vermindering. Volgens het advies van de Landsadvocaat is het afwijzen van verzoeken om ambtshalve vermindering van onherroepelijk vaststaande aanslagen juridisch houdbaar.
Voorjaarsbesluitvorming
De collectieve uitspraak op 4 februari is slechts het eerste besluit dat genomen moet worden. Er zijn nog veel uitzoekpunten waarover op een later moment besloten wordt. Het kabinet koerst op uiteindelijke besluitvorming bij de Voorjaarsbesluitvorming. Het vergt een zorgvuldige en integrale afweging. Bij snellere besluitvorming zou het risico op fouten te groot worden. Bovendien zou er onvoldoende ruimte zijn om de Kamer bij de besluitvorming te betrekken. De consequentie van deze planning is helaas dat bepaalde deadlines die nodig zijn voor de uitvoering naar verwachting niet gehaald kunnen worden. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat niet kan worden voldaan aan de wettelijke plicht om uiterlijk 4 augustus, zes maanden na de collectieve uitspraak op 4 februari, rechtsherstel te realiseren voor de burgers die zijn aangesloten bij de massaal bezwaarprocedure over de jaren 2017 en 2018. Het rechtsherstel zal dan later plaatsvinden. Dit kan juridische consequenties hebben (ingebrekestelling en dwangsommen). Het kabinet is van mening dat het voordeel van zorgvuldige besluitvorming zwaarder weegt. Mijn voornemen is voorafgaand aan de besluitvorming een contourennota voor de hersteloperatie met uw Kamer te delen.
Voor het herstel hanteert het kabinet een aantal uitgangspunten die bij de besluitvorming dilemma’s met zich meebrengen. De vormgeving van het herstel moet uiteraard recht doen aan het arrest. De heffing moet in lijn worden gebracht met de uitspraak van de Hoge Raad. Tegelijkertijd moet een en ander uitvoerbaar zijn voor de Belastingdienst. Ook de budgettaire effecten en de dekking daarvan zijn uiteraard een belangrijk aandachtspunt.
Noodwetgeving
De huidige situatie is niet langer houdbaar. Dat maakt invoering van het stelsel op basis van werkelijk rendement zo mogelijk nog urgenter. Omdat dat op z’n vroegst kan per 2025, kijkt het kabinet ook naar mogelijkheden voor aanpassingen voor de tussenliggende jaren. Ook hier speelt een dilemma. Hoe groter het beroep op de uitvoering voor de hersteloperatie en de noodwetgeving voor tussenliggende jaren, hoe groter de kans op vertraging bij invoering van het nieuwe stelsel. De impact van het arrest en benodigde maatregelen op het tijdpad van het beoogde stelsel van werkelijk rendement zal moeten worden onderzocht.
Concluderend is het een enorm lastige puzzel die op korte termijn gelegd moet worden aldus Van Rij. Het is daarbij uiteindelijk leidend dat er een solide herstel moet komen en een solide toekomstbestendig stelsel, waarbij de burgers zoveel mogelijk worden ontzorgd en waarvoor geldt dat de Belastingdienst het goed kan uitvoeren.
Voorstel voor vermogensbelasting
Linkse oppositiepartiien dienen woensdag een voorstel in voor vermogensbelasting. Niemand betaalt belasting over de eerste € 100.000 van het vermogen (voor paren 200.000), maar daarna gelden er steeds hogere tarieven. Dus: tussen 100.000 en 500.000 1 % tussen een half miljoen en een miljoen 2 % tussen 1 en 5 miljoen 4 % en alles erboven 5 %. Het eigen huis wordt buiten beschouwing gelaten (Bron: AD).
Heb jij als doelstelling je klanten te voorzien van een meer proactieve advisering?
Het arrest van 24 december 2021: het fictieve rendement moet worden vervangen door het werkelijk rendement. Welke klanten hebben een aanzienlijk bedrag aan (laag renderende) banksaldi in box 3? Advice Intelligence wijst ze aan!
Geef een reactie