Staatssecretarissen Szabó, Struycken en Van Oostenbruggen sturen de Tweede Kamer de kabinetsreactie op het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over geautomatiseerde selectie-instrumenten.
Op basis van het AP-advies concludeert het kabinet dat het zonder aanvullende wetgeving is toegestaan om bij uitvoering of toezicht geautomatiseerde risicoselecties te maken, wanneer eventuele gevolgen voor betrokkene van selectie pas intreden na de betekenisvolle menselijke tussenkomst. Hieruit volgt dat er geen wettelijke grondslagen ontbreken voor door de overheid gebruikte geautomatiseerde selectie-instrumenten in de hiervoor omschreven zin.
Het kabinet benadrukt het belang van verantwoord gebruik van algoritmes en geautomatiseerde selectie-instrumenten, waarbij naleving van wetgeving het minimum is. Het Algoritmekader moet organisaties helpen aan de vereisten te voldoen, inclusief AVG en AI-verordening. Transparantie en rechtsbescherming zijn cruciaal, zodat burgers weten hoe geautomatiseerde besluiten tot stand komen. Reacties op het ‘Reflectiedocument Algoritmische besluitvorming en de Awb’ worden momenteel beoordeeld. Artikel 40 UAVG blijft gelden als uitzonderingsbepaling op artikel 22 AVG, mits voldoende waarborgen worden toegepast. Uitvoeringsorganisaties moeten waarborgen voor wettelijke rechten en belangen verbeteren.
Inventarisatieverzoek
De Kamer had gevraagd om een lijst van alle algoritmen die mogelijkerwijs illegaal zijn en om een lijst van algoritmes en geautomatiseerde selectie-instrumenten bij het ministerie van Financiën die mogelijk in strijd zijn met het SCHUFA-arrest. Een rijksbrede inventarisatie van in gebruik zijnde selectie-instrumenten lijkt niet langer aan de orde, omdat in tegenstelling tot de conclusies van de landsadvocaat, de modellen volgens de AP niet onder het verbod van artikel 22 AVG vallen. Bovendien zou de werklast van een aparte inventarisatie terecht komen bij de mensen die binnen de organisaties al verantwoordelijk zijn voor het registreren van algoritmes in het Algoritmeregister en het uitvoeren van risicoanalyses. Een extra inventarisatie gaat zodoende ten koste van de benodigde inspanningen om verantwoord algoritmen in te zetten binnen de overheid. Om deze redenen zal het kabinet geen separate inventarisatie organiseren. Wel blijft het noodzakelijk dat inzichtelijk is welke geautomatiseerde selectie-instrumenten en algoritmen de overheid hanteert en dat deze voldoende waarborgen bieden voor betrokkenen.
Bron: Kamerbrief met kabinetsreactie AP-advies over geautomatiseerde selectie-instrumenten, nr. 2024-0000919136, Ministerie van Binnenlandse Zaken, 3 december 2024
Geef een reactie