Staatssecretaris Snel heeft gereageerd op de aankondiging van enkele spoedreparatiemaatregelen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965 inzake de fiscale eenheid. Het is een reactie op de vragen van de vaste commissie voor Financiën van 27 november 2017 over de brief van zijn ambtsvoorganger van 25 oktober 2017 die over die spoedmaatregelen gaat.
In zijn reactie gaat de staatssecretaris in op de volgende onderwerpen:
– procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Unie
– budgettaire consequenties
– consequenties bekendmaking spoedreparatiemaatregelen en terugwerkende kracht
– renteaftrekbeperking ter voorkoming van winstdrainage
– renteaftrekbeperking voor bovenmatige deelnemingsrente
– alternatief?
– fiscale eenheid algemeen
Bij de afweging van het al dan niet bekendmaken van de spoedreparatiemaatregelen op de dag dat de conclusie van de A-G wordt genomen, is de potentiële invloed op de uitspraak van het HvJ EU meegenomen. Niets doen of het ook in buitenlandse situaties toekennen van de voordelen van de fiscale eenheid is geen reële optie. Een negatieve uitspraak in deze zaak zal naar verwachting tot gevolg hebben dat uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag door internationaal opererende bedrijven wordt vergemakkelijkt, waarbij de structurele derving zou kunnen oplopen tot enkele honderden miljoenen euro’s per jaar. De gevolgen voor de toekomst kunnen nog wel worden beperkt. Om die reden vond het vorige kabinet het noodzakelijk op 25 oktober 2017 aan te kondigen op welke wijze in spoedreparatiemaatregelen zal worden voorzien als het HvJ EU de voor Nederland negatieve conclusie in deze zaak zou volgen. Ook het huidige kabinet onderschrijft die handelswijze.
Het niet-repareren met terugwerkende kracht tot en met het moment van publicatie van het persbericht en de Kamerbrief met bijlage daarover zou ervoor zorgen dat de schatkist gedurende een langere periode kwetsbaar blijft. Tussen het moment van de conclusie van de A-G en het wachten met repareren tot de definitieve uitspraak van het HvJ EU ontstaan namelijk mogelijkheden tot het creëren van allerlei situaties waarmee een fiscaal voordeel behaald kan worden. Dit geldt in het bijzonder voor het aangaan van leningen die zonder fiscale eenheid onder de renteaftrekbeperking van artikel 10a van de Wet Vpb 1969 vallen.
Meer informatie: Kamerbrief spoedreparatiemaatregelen fiscale eenheid Wet VPB, 20 december 2017
Geef een reactie