De kans op fraude bij ANBI’s is aanzienlijk. Er zijn onvoldoende gegevens bekend over het grootste deel van de ANBI’s en de capaciteit voor toezicht is onvoldoende. Dit staat in een rapport dat staatssecretaris Van Rij 21 juni aan de Kamer heeft aangeboden.
Nederland telt een groot aantal organisaties die bijdragen aan het algemeen nut, waarvan er zo’n 45.000 bij de Belastingdienst geregistreerd zijn als ANBI. De commissie constateert dat het toezicht op het grootste deel van de ANBI’s in Nederland gebrekkig is door beperkte capaciteit en gebrek aan gegevens bij de Belastingdienst.
De kans op fraude is aanzienlijk omdat er nadat de ANBI-status is toegekend geen effectief toezicht is op de naleving van de voorwaarden ervan. De commissie constateert dat Kamervragen over spanningen met grondrechten vrijwel uitsluitend gaan over ANBI’s die geen Erkenning hebben en geen lid zijn van brancheorganisaties. Zulke spanningen komen zelden in beeld bij het ANBI-team. Het team heeft geen expertise in huis voor een toets op grondrechten bij de beoordeling van aanvragen voor de ANBI-status.
Aanbevelingen van de commissie
1. Digitaliseer registratie en gegevensverzameling ANBI’s en de communicatie met ANBI’s door het ANBI-team van de Belastingdienst
De registratie van ANBI’s is een verouderde procedure uit het papieren tijdperk. De commissie adviseert daarom de registratie van ANBI’s, het verzamelen van gegevens over ANBI’s en de communicatie met ANBI’s te digitaliseren.
2. Versterk de capaciteit van het ANBI-team
De Belastingdienst heeft op dit moment niet alleen onvoldoende gegevens over ANBI’s, maar ook te weinig capaciteit voor actief toezicht op ANBI’s. De commissie stelt voor de capaciteit van het ANBI-team te vergroten opdat personeel beschikbaar komt om actief toezicht uit te voeren.
3. Verhoog de intensiteit van toezicht door de informatieplicht en publicatieplicht af te dwingen
Met inzicht in instellingen en capaciteit voor controle kan het ANBI-team jaarlijks controles houden om erop toe te zien dat ANBI’s daadwerkelijk de voorwaarden voor de ANBI-status naleven. De commissie stelt voor dat het ANBI-team het toezicht op ANBI’s intensiveert door de naleving van de voorwaarden voor de ANBI-status af te dwingen. Instellingen die niet de publicatieplicht naleven door niet de juiste informatie aan het algemeen publiek te verstrekken verliezen de ANBI-status. Instellingen die niet aan de informatieplicht voldoen door niet de juiste informatie aan het ANBI-team te verstrekken verliezen de ANBI-status.
4. Scherp het algemeen-nut vereiste aan met een bestedingscriterium
De commissie beveelt aan om het algemeen nut-vereiste aan te scherpen aan door een bestedingscriterium op te nemen in de Uitvoeringsregeling. ANBI’s moeten jaarlijks een bepaald minimum aan activiteiten verrichten of een minimum bedrag voor het algemeen nut besteden. Zo kunnen instellingen die geen activiteiten ondernemen geen ANBI zijn. Deze extra eis voorkomt bovendien dat instellingen en hun begunstigers van de ANBI-status profiteren zonder dat zij daadwerkelijk bijdragen aan het algemeen nut. Zo kan misbruik van de ANBI-status zoals gesignaleerd door het ANBI-team verminderen. Voorbeelden hiervan zijn het oppotten van vermogen zonder duidelijk doel, het achterblijven van bestedingen, en het ‘leeg declareren’ van ANBI’s.
5. Neem geen toets op grondrechten op in de voorwaarden voor de ANBI-status
Het opnemen van een toets op grondrechten in de ANBI-regeling is onwerkbaar. Dit vanwege het feit dat of grondrechten wel of niet geschonden zijn, doorgaans een complexe en gevoelige afweging vraagt. Daarbij moeten concrete acties onderzocht worden en zijn vaak meerdere rechten betrokken. De Belastingdienst is niet de geëigende actor om een dergelijke toets uit te voeren omdat zij daarvoor niet de juiste expertise heeft. Het is bovendien niet wenselijk het algemeen nut op deze manier nader inhoudelijk te laten inkaderen door de Belastingdienst. Dit kan ten koste gaan van de waarde die wordt gehecht aan pluriformiteit. Daarentegen moeten andere normen en middelen worden gebruikt om organisaties en praktijken die in strijd handelen met gangbare maatschappelijke waarden en opvattingen een halt toe te roepen. Dit kan via de rechter.
6. Verhoog de dekkingsgraad van zelfregulering
De Belastingdienst kan het toezicht op fondsenwervende goededoelenorganisaties overlaten aan CBF, dat via de Erkenningsregeling veel hogere eisen stelt aan brancheorganisaties filantropie. De Belastingdienst kan het toezicht op vermogensfondsen overlaten aan de FIN, dat voor het lidmaatschap als eis stelt dat leden voldoen aan de Code Goed Bestuur. Versterking van zelfregulering sluit aan bij de wens van het algemeen publiek dat een onafhankelijke instelling toezicht houdt op goededoelenorganisaties (Bekkers, 2016). Het oprichten van een nieuwe autoriteit hiervoor is niet wenselijk.
7. Centrale publicatie van gegevens over ANBI’s
De commissie stelt voor dat de informatie die ANBI’s verplicht zijn te publiceren op een eigen website ook gestructureerd op één centraal punt beschikbaar komt voor het algemeen publiek. ANBI’s zijn nu al verplicht om een jaarverslag te publiceren op een website, maar het ANBI-team heeft geen infrastructuur om deze gegevens te verzamelen. De Belastingdienst heeft in overleg met de filantropische sector standaardformulieren ontwikkeld waarop ANBI’s jaarlijks gegevens moeten invullen. De ANBI kan het formulier plaatsen op de eigen website. Daardoor is basale informatie die de Belastingdienst nodig heeft voor toezicht verspreid over duizenden websites. De commissie stelt voor dat de Belastingdienst de formulieren vervangt door een online aangifteportaal waarop ANBI’s jaarlijks gegevens over het afgelopen jaar aanleveren, eerder aangeleverde gegevens controleren, en zo nodig actualiseren. Het portaal moet ook geschikt zijn voor het indienen van informatie voor de aanvraag van de ANBI-status. Door de gegevens die ANBI’s aanleveren te publiceren op een toegankelijke website verkrijgen ook donateurs, vrijwilligers, bedrijfsmatige sponsors, overheden en andere subsidieverstrekkers zoals fondsen inzicht in ANBI’s. Omdat de belastingdienst fiscale geheimhoudingsplicht heeft adviseert de commissie de publicatie te realiseren via het reeds bestaande register van Erkende goededoelenorganisaties dat CBF onderhoudt.
Bron: Adviesrapport over Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s), 21 juni 2022
Geef een reactie