Online poker staat in de belangstelling. En met bekende Nederlanders als Fatima Moreira de Melo en Raemon Sluiter als fanatieke en succesvolle deelnemers, proberen steeds meer mensen hun brood te verdienen met internetpoker. Uiteraard pikt de Belastingdienst ook graag een graantje mee van het succes.
Onlangs speelden bij de Hoge Raad twee verschillende zaken waarin het draaide om pokeren via het internet. In de eerste zaak had de fiscus naheffingsaanslagen opgelegd over in 2009 en 2010 gewonnen bedragen (bijna € 90.000 resp. € 165.000). Dit had een Nederlander gewonnen bij het spelen via internet bij zowel buitenlandse aanbieders als bij aanbieders binnen de EU. De vraag die speelde in dit arrest was of kansspelen waaraan je kunt meedoen vanuit Nederland kwalificeren als binnenlands of buitenlands kansspel.
Binnen- of buitenlands kansspel
Het onderscheid tussen binnenlandse kansspelen en buitenlandse kansspelen in de kansspelbelasting is van belang voor de aanwijzing van de belastingplichtige. Als het gaat om kansspelen die via het internet worden gespeeld, geldt – globaal gesproken – dat heffing van kansspelbelasting bij binnenlandse internetkansspelen plaatsvindt bij de organisator van het spel. De belasting wordt dan geheven over het verschil tussen de ontvangen inzetten in een tijdvak en de ter beschikking gestelde prijzen. Als het gaat om buitenlandse internetkansspelen is de (in Nederland wonende) prijsgerechtigde zelf de kansspelbelasting verschuldigd. Hij moet dan betalen over het positieve verschil tussen de prijzen die hij in een kalendermaand heeft gewonnen en de inzetten die hij die maand heeft gedaan.
Aanbieder in Nederland
De Nederlandse speler stelde zich op het standpunt dat sprake was van een binnenlands kansspel en de naheffingsaanslag dus onterecht aan hem was opgelegd. De inspecteur en uiteindelijk ook de Hoge Raad, vonden echter dat sprake was van een buitenlands kansspel. Het is voor de kwalificatie als binnenlands kansspel niet relevant vanuit welk land de speler deelneemt aan het kansspel op internet, zo gaf de Hoge Raad aan. Een kansspel dat op internet wordt gespeeld, wordt als binnenlands kansspel aangemerkt als de aanbieder binnen het Rijk/in Nederland is gevestigd. Daarvan was hier geen sprake, dus het ging om een buitenlands kansspel. De naheffingsaanslag bleef in stand.
Dienstenverkeer
In het tweede arrest waarover de Hoge Raad oordeelde, ging het ook om een Nederlander die in 2008 en 2009 had deelgenomen aan internetpoker via aanbieders in de EU. Ook hij kreeg naheffingsaanslagen opgelegd. De vraag waarover de Hoge Raad zich moest buigen was of de heffing van kansspelbelasting over prijzen die gewonnen zijn met internetpokeren een verboden belemmering is van het vrije verkeer van diensten of kapitaal. Is een winnaar van buitenlands internetpokeren slechter af dan een winnaar van een binnenlands spel door de manier waarop de kansspelbelasting wordt berekend?
Belemmering
De Hoge Raad gaf aan dat om deze vraag te beantwoorden, bekend moet zijn hoeveel kansspelbelasting de speler zou zijn verschuldigd over zijn spelresultaat in een kalendermaand als het heffingsregime voor binnenlandse kansspelen van toepassing zou zijn. Om dit te kunnen bepalen moet van alle buitenlandse aanbieders waar hij prijzen heeft gewonnen bekend zijn hoeveel aan inzetten in een kalendermaand is ontvangen en hoeveel aan prijzen is uitgekeerd. Het was aan de inspecteur om hierover informatie aan te dragen. Maar nu hij dat niet had gedaan, ging de rechter ervanuit dat het spelen van een buitenlands kansspel voor een prijswinnaar nadeliger is dan een binnenlands kansspel. Hierdoor was sprake van een belemmering van de vrijheid van dienstenverkeer, waarvoor geen rechtvaardigingsgrond was. De Hoge Raad verwees de zaak naar Hof Amsterdam voor de berekening van de kansspelbelasting die de internetpokeraar verschuldigd is.
Wet: artikel 1 en artikel 3 Wet Kansspelbelasting
Meer informatie: Hoge Raad, 27 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:471
Meer informatie: Hoge Raad, 27 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:472
Geef een reactie