De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH-aanslag heeft een standpunt ingenomen over artikel 11, tweede lid van Verordening (EG) nr. 883/2004 ten aanzien van een inwoner van een andere EU-lidstaat die – nadat hij vanwege arbeidsongeschiktheid zijn werkzaamheden in Nederland heeft moeten beëindigen – een loondoorbetaling en een (vervroegde) uitkering Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten geniet.
Een man heeft de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie en woont ook in die staat. Hij werkt uitsluitend in Nederland voor zijn in Nederland gevestigde werkgever. Op grond van V 883/2004 is hij in Nederland sociaal verzekerd. Vervolgens raakt de man arbeidsongeschikt en er is geen kans meer op herstel. Hij ontvangt een loondoorbetaling van zijn werkgever (op grond van artikel 7:629 BW) en daarnaast een vervroegde IVA-uitkering. De vervroegde IVA-uitkering komt in mindering op de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever. Na enige tijd eindigt de arbeidsovereenkomst. Vanaf dat moment geniet belanghebbende uitsluitend een IVA-uitkering.
Kennisgroepstandpunt
Gedurende de periode dat de arbeidsovereenkomst van kracht is en er dus recht bestaat op een loondoorbetaling, wordt de man beschouwd als een persoon die werkzaamheden verricht (artikel 11, tweede lid, eerste volzin). Vanaf het moment dat de dienstbetrekking eindigt en enkel recht bestaat op een IVA-uitkering, is sprake van een uitkeringssituatie voor onbepaalde tijd (artikel 11, tweede lid, tweede volzin).
Geef een reactie