De Kennisgroep onroerende zaken heeft een standpunt ingenomen over de vraag of bij een uitzending naar het buitenland, waarbij alleen wordt teruggekeerd als de situatie in het buitenland onveilig wordt, de woning in Nederland als eigen woning aangemerkt kan blijven.
Een man en een vrouw hebben een eigen woning die ten minste een jaar als hoofdverblijf ter beschikking heeft gestaan. De man wordt voor zijn werk uitgezonden naar het buitenland en zijn vrouw gaat met hem mee. Vastgesteld is dat de man en de vrouw vanaf het moment van uitzending hun hoofdverblijf in een huurwoning in het buitenland hebben. Ze hebben niet de intentie om terug te keren naar Nederland, tenzij de situatie in het land van uitzending onveilig wordt.
Als de woning leeg staat, omdat de man en de vrouw tijdelijk ergens anders wonen, wordt de leegstaande woning soms toch als eigen woning aangemerkt. Dit heet de uitzendregeling. Om gebruik te kunnen maken van de uitzendregeling moet het verblijf elders tijdelijk zijn. Omdat de man en de vrouw niet de intentie hebben om terug te keren naar de woning in Nederland, tenzij de situatie in het land van uitzending onveilig wordt, kan dit worden gelijkgesteld met een permanent verblijf elders. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat het land van uitzending op het moment van uitzending niet onveilig is.
Geef een reactie