De Kennisgroep successiewet heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de bezitseis als geschonken aandelen met een beroep op dwaling weer terugkeren in het vermogen van de schenker.
De vraag is of voldaan is aan de bezitseis van artikel 35d SW 1956 indien een aandeelhouder zijn aandelen wil schenken binnen vijf jaar, nadat hij wegens ontbinding van een rechtshandeling door dwaling, weer (indirect) aanmerkelijkbelanghouder is geworden van die aandelen?
Dat is niet het geval. Dwaling heeft civiel wel terugwerkende kracht, maar fiscaal niet, zie het arrest van de Hoge Raad van 10 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:1. De erflater is daardoor gedurende de periode voorafgaand aan de dwaling niet (indirect) aanmerkelijkbelanghouder van de aandelen geweest. Dat de koper/begiftigde in de periode tot de dwaling de aanmerkelijkbelanghouder is, blijkt ook uit het arrest van de Hoge Raad van 21 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3323. Dus als de dwaling in de bezitsperiode heeft plaatsgevonden wordt niet voldaan aan de bezitseis (artikel 35d, eerste lid, onderdeel c, SW 1956).
Geef een reactie