De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of een belastingplichtige vanaf het moment van uit elkaar gaan op grond van een finaal verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden de economische eigendom van de helft van de woning van de ex-partner heeft, waardoor sprake is van een eigen woning en de betaalde rente voor de schuld van de belastingplichtige aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning zijn.
Dit is niet het geval. De belastingplichtige heeft in de periode van 1 januari 2020 tot 1 juni 2022 op grond van het finaal verrekenbeding geen economische eigendom van de helft van de woning, waardoor geen sprake is van een eigen woning. De belastingplichtige kan de betaalde rente voor zijn aandeel in de totale schuld gedurende deze periode niet in aanmerking nemen als aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning.
Geef een reactie