De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of en op welke wijze een forfaitair voordeel, in de zin van artikel 4.13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001, in aanmerking wordt genomen als een belastingplichtige in de loop van een jaar naar Nederland immigreert.
Een man woont in de Verenigde Staten. Hij bezit alle aandelen in een (niet-transparante) US LLC. De bezittingen van de LLC bestaan uit beleggingen. In de loop van 2022 immigreert de man naar Nederland, terwijl de LLC in de VS gevestigd blijft. De LLC kwalificeert als een vennootschap in de zin van artikel 4.13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet IB 2001.
De vraag is of bij de man in 2022 een forfaitair voordeel op grond van artikel 4.13, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001 in aanmerking wordt genomen. En zo ja, op welke wijze wordt dit voordeel berekend.
In het immigratiejaar wordt bij de man een forfaitair voordeel in aanmerking genomen. Het forfaitair voordeel wordt berekend naar de waarde in het economische verkeer van de aandelen in de LLC per 1 januari 2022 en vervolgens gecorrigeerd naar de periode dat hij in 2022 in Nederland woonde.
Geef een reactie