De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of voor een aanmerkelijkbelanghouder van een open commanditaire vennootschap sprake is van een vervreemding, wanneer de OCV-overeenkomst zodanig wordt aangepast dat geen sprake meer is van een OCV. Ook heeft de Kennisgroep de vraag beantwoord of gebruik gemaakt kan worden van de doorschuiffaciliteit van artikel 4.40 van de Wet IB 2001.
X heeft een aanmerkelijk belang in een OCV. De OCV houdt aandelen in een bv. Op enig moment worden de bepalingen over het toestemmingsvereiste in de OCV-overeenkomst gewijzigd, waardoor vanaf dat moment toestemming van alle vennoten is vereist voor toetreding of vervanging van commanditaire vennoten. Daardoor is geen sprake meer van een OCV in de zin van artikel 2, derde lid, onderdeel c, AWR.
Kennisgroepstandpunt
De vraag is of het feit dat geen sprake meer is van een OCV tot gevolg heeft dat X zijn aanmerkelijk belang (fictief) heeft vervreemd en of X dan kan verzoeken om toepassing van artikel 4.40 van de Wet Wet IB 2001?
Omdat X na het aanpassen van de OCV-overeenkomst geen aanmerkelijk belang meer heeft, is voor X sprake van een fictieve vervreemding op grond van artikel 4.16, eerste lid, onderdeel g, Wet IB 2001. X kan geen gebruik maken van de doorschuiffaciliteit van artikel 4.40 Wet IB 2001.
Geef een reactie