De Kennisgroep successiewet heeft de vraag beantwoord hoe voor de Successiewet moet worden omgegaan met een herroepingsrecht als de schenker overlijdt.
X heeft een bepaald bedrag herroepelijk geschonken aan Y. X overlijdt. De erfgenamen van Y overwegen als rechtsopvolgers van X de schenking te herroepen.
De vraag is of een herroepingsrecht verbonden aan een schenking vererft en zo ja hoe verloopt de heffing van schenk- en erfbelasting dan.
Als aan een schenking de mogelijkheid tot herroeping is verbonden (artikel 7:177, tweede lid, BW) dan vererft de bevoegdheid tot herroeping, tenzij anders is overeengekomen.
Het herroepingsrecht zelf heeft voor de toepassing van de Successiewet geen waarde en beïnvloedt dus niet de verschuldigde erfbelasting op het moment dat de herroepingsgerechtigde overlijdt. Wordt na diens overlijden het herroepingsrecht door zijn erfgenamen uitgeoefend, dan kan bij de begiftigde vermindering van schenkbelasting plaatsvinden op grond van artikel 53 SW 1956. Voor de erfgenamen van de schenker vormt de herroepen schenking een (nagekomen) bate, waarover op grond van artikel 1 SW 1956 heffing van erfbelasting plaatsvindt.
Geef een reactie