De Kennisgroep omzetbelasting OVI heeft een vraag beantwoord over de betalingen door derden voor de inzet van praktijkmanagers.
In deze casus gaat het om een samenwerkingsverband van huisartsen en andere zorgaanbieders in de zin van artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de omzetbelasting 1968 juncto artikel 7 van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 juncto Bijlage B, post b.20 bij het UB OB. De bekostiging van de organisatie van de zorg en de huisartsenzorg is vastgelegd in en gebaseerd op de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg. In de Beleidsregel wordt ruimte geboden aan verzekeraars en zorgaanbieders om afspraken te maken over de vergoeding voor de inzet van praktijkmanagers. Belanghebbende ontvangt van de zorgverzekeraar een (gemaximeerd) bedrag voor de kosten van praktijkmanagement. Omdat dit bedrag niet toereikend is, betalen de huisartsen ook een deel van de kosten. Tegenover het bedrag dat belanghebbende van de huisartsen ontvangt, staat geen afzonderlijke prestatie.
De vraag is of de betalingen door de huisartsen onderdeel van de vergoeding voor een dienst die is vrijgesteld op grond van Bijlage B post b.20. De betalingen door de huisartsen zijn onderdeel van de vergoeding voor een dienst die is vrijgesteld op grond van Bijlage B post b.20. Zowel de betaling door de zorgverzekeraars als die door de huisartsen vormen de vergoeding voor de diensten die zijn vrijgesteld op basis van de genoemde post.
Geef een reactie