De Kennisgroep formeel recht heeft de vraag beantwoord of de inspecteur alsnog schenkbelasting kan heffen van de begiftigde vanwege het achteraf vervallen van de vrijstelling van artikel 33, sub 10, van de Successiewet 1956, als de ANBI-status van de schenker met terugwerkende kracht wordt ingetrokken.
De inspecteur kan in beginsel alsnog schenkbelasting heffen van de begiftigde als achteraf blijkt dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden van de vrijstelling van artikel 33, sub 10, SW. De begiftigde kan aan de vermelding in het ANBI-register ten tijde van de gift het vertrouwen ontlenen dat de schenker een ANBI is, tenzij de begiftigde te kwader trouw is. Voor een succesvol beroep op de vrijstelling is niet alleen voldoende dat de begiftigde erop mocht vertrouwen dat de instelling waarvan de gift is verkregen – op basis van de vermelding in het ANBI-register ten tijde van de gift – als een ANBI kwalificeert, maar is ook vereist dat de uitkeringen geheel of nagenoeg geheel het karakter hebben van te zijn geschied in het algemeen belang.
Het standpunt KG:206:2022:7 wordt hierbij ingetrokken.
Geef een reactie