De Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek heeft vragen beantwoord over de toetsing van RVO aan het investeringsplafond van artikel 3 van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009.
Een ondernemer meldt per jaar meerdere milieu-bedrijfsmiddelen bij RVO. Als het totaal van deze meldingen het in artikel 3 van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 genoemde maximum overschrijdt geeft RVO een negatief advies voor de meldingen die daarna volgen. Hierbij komt voor de vennootschapsbelasting de vraag op of het investeringsplafond moet worden bepaald per vennootschap of per belastingplichtige, in casu een fiscale eenheid.
Kennisgroepstandpunt
De vraag is of RVO in een dergelijk geval negatief kan adviseren, ook al is op dat moment niet inzichtelijk in hoeverre investeringen ook in de aangifte worden opgenomen of al dan niet worden geannuleerd. En geldt voor de maximering van de milieu-investeringsaftrek ‘de fiscale eenheid’ als belastingplichtige of geldt het maximum per vennootschap?
RVO kan negatief adviseren indien het totaalbedrag aan MIA/Vamil meldingen het in de Aanwijzingsregeling 2009 genoemde maximum overschrijdt. Het advies is echter niet bindend voor het effectueren van aftrek. Het is aan de inspecteur om te toetsen of inderdaad het maximum is overschreden. Voor de maximering van de milieu-investeringsaftrek geldt de ‘fiscale eenheid’ als belastingplichtige.
Geef een reactie