Op 1 januari 2024 is de aftopping van de 30%-regeling in werking getreden. Naar aanleiding hiervan zijn de door de Kennisgroep IBR IB niet winst/LB/PH-aanslag reeds eerder gepubliceerde standpunten over artikel 31a Wet LB 1964 geactualiseerd. Het betreft geen inhoudelijke wijzigingen van de standpunten.
Aftopping 30%-regeling en elders belast inkomen
Een werknemer maakt gebruik van de 30%-regeling. Het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking én de vergoeding bedragen samen € 400.000. Van dit loon én de vergoeding komt 25% ter heffing toe aan een ander land op grond van een belastingverdrag.
Vraag
De aftopping van de 30%-regeling is per 1 januari 2024 in werking getreden. Hoe moet bij de berekening van de maximale 30%-vergoeding rekening worden gehouden met een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting?
Antwoord
Een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting speelt een rol bij het bepalen van de maximale 30%-vergoeding op grond van artikel 10ea, eerste lid, onderdeel a van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965. De aftrek ter voorkoming van dubbele belasting beperkt de grondslag van de 30%-regeling.
Daarnaast geldt per 1 januari 2024 op grond van artikel 31a, achtste lid van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB 1964) een maximering van de maximale 30%-vergoeding ten bedrage van 30% van de maximale WNT-norm. Bij het bepalen van deze grens speelt een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting geen rol.
De maximaal in aanmerking te nemen 30%-vergoeding bedraagt de laagste van de twee hiervoor genoemde maxima.
Aftopping 30%-regeling en uitgezonden werknemers
Een inhoudingsplichtige zendt werknemers uit naar het buitenland. Deze werknemers voldoen aan de voorwaarden voor de 30%-regeling voor uitgezonden werknemers.
Vraag
Geldt de aftopping van de 30%-regeling ook voor uitgezonden werknemers?
Antwoord
Nee.
Beschouwing
De bepalingen over de aftopping van de 30%-regeling zijn opgenomen in artikel 31a, achtste lid, van de Wet LB 1964. Deze bepaling ziet op werknemers die door een inhoudingsplichtige van buiten Nederland in dienstbetrekking worden genomen (ingekomen werknemers).
De bepalingen over de aftopping zijn niet ook opgenomen in artikel 31a, negende lid, Wet LB 1964. Deze bepaling ziet op werknemers die door een inhoudingsplichtige buiten Nederland worden uitgezonden (uitgezonden werknemers). De aftopping is daarmee voor uitgezonden werknemers niet van toepassing.
Bron: Belastingdienst, 18 januari 2024
Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing
Tijdens deze verdiepingscursus zoomt loonheffingenspecialist Jaap Spierenburg in op de internationale aspecten van de loonheffingen. Daarbij onder meer aandacht voor belastingplicht van niet in Nederland wonende werknemers, inhoudingsplicht voor niet in Nederland gevestigde werkgevers, internationale sociale zekerheid, de internationale aspecten van de werkkostenregeling en de 30%-regeling. Ook komen praktische zaken aan de orde die een rol spelen in de loonadministratie voor grensoverchrijdende werknemers en wordt aandacht besteed aan de salary split.
Geef een reactie