A-G Koopman bespreekt verschillende aspecten van de bevoegdheid tot navorderen. Hij gaat onder meer in op de situatie waarin binnen de BD aanwezige relevante informatie te laat bij de aanslagregelend ambtenaar terechtkomt.
Een beleggings-bv verplaatst haar feitelijke leiding eind 2011 naar Malta. De inspecteur stelt dat Nederland op grond van het Verdrag Nederland-Malta ook kan heffen over de vanaf 2012 behaalde resultaten. Hij legt navorderingsaanslagen Vpb op over 2012 tot en met 2014.
Terechte navordering
Hof Amsterdam bevestigde de opgelegde navorderingsaanslagen. Er was voor 2012 sprake van een nieuw feit, en de bv kon voor 2013 en 2014 op grond van een fictief kenbare fout weten dat de aanslag te laag was vastgesteld (zie NTFR 2023/774).
Inspecteur kon navorderen
A-G Koopman adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van de beleggings-bv ongegrond te verklaren voor zover het betrekking heeft op de bevoegdheid tot navordering. De andere (op toepassing van het Verdrag gerichte) cassatiegronden zijn al door A-G Wattel ongegrond verklaard (zie NTFR 2023/263). Volgens Koopman maakt het voor de navorderingsbevoegdheid niet uit dat de bv inmiddels onder een ander organisatieonderdeel van de Belastingdienst valt. Dit betekent alleen dat de bv een ander aanspreekpunt krijgt. Alle aangewezen inspecteurs die onder een van de vier landelijke directeuren vallen zijn bevoegd. De A-G gaat daarna in op de situatie waarin binnen de Belastingdienst aanwezige relevante informatie te laat bij de aanslagregelend ambtenaar terechtkomt (kennisversplintering). In een dergelijk geval is er alleen sprake van een ambtelijk verzuim als het gaat om verwijtbare fouten of een zaak die zeer nauw is verbonden met andere zaken (zie NTFR 2023/1911 en NTFR 2023/1915). Koopman concludeert tot slot dat de aanwezigheid van een pleitbaar standpunt geen rol speelt bij navordering op grond van een fictief kenbare fout. Zodra de te weinig geheven belasting ten minste 30% van de verschuldigde belasting bedraagt, is er altijd sprake van een fictief kenbare fout.
Wet: art. 16 AWR
Verdrag: art. 2 en art. 30 Verdrag Nederland-Malta
Geef een reactie