De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over het begrip ‘wetenschappelijk onderwijs’ in het kader van de verlaagde loonnorm voor de 30%-regeling.
X wenst als ingekomen werknemer een beschikking 30%-bewijsregel te ontvangen, als bedoeld in artikel 31, achtste lid, van de Wet LB 1964. Artikel 10e, tweede lid, onderdeel b, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 vereist daartoe onder meer dat hij over specifieke deskundigheid beschikt. Deze specifieke deskundigheid wordt in beginsel ingevuld door middel van een loonnorm. Voor werknemers die in het wetenschappelijk onderwijs een Nederlandse mastergraad of een hiermee gelijkwaardige buitenlandse graad hebben behaald en de leeftijd van 30 jaar nog niet hebben bereikt, geldt een verlaagde loonnorm, op grond van artikel 10eb, tweede lid, UBLB 1965.
X heeft aan een hogeschool een European Master in Renewable Energy behaald en daarmee de titel ir. (ingenieur) verkregen. De hogeschool kwalificeert op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek als een instelling voor hoger beroepsonderwijs. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), welke organisatie het niveau en de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen beoordeelt, heeft de betreffende masteropleiding als een WO-master (wetenschappelijk onderwijs) geaccrediteerd.
Vraag
Is de betreffende Nederlandse mastergraad behaald in het wetenschappelijk onderwijs, als bedoeld in artikel 10eb, tweede lid, UBLB 1965?
Antwoord
Ja. De NVAO heeft de masteropleiding geaccrediteerd als een WO-master en daarmee geoordeeld dat de opleiding het niveau van wetenschappelijk onderwijs heeft. Daarmee is sprake van een Nederlandse mastergraad behaald in het wetenschappelijk onderwijs.
Geef een reactie