De Kennisgroep formeel recht heeft vragen beantwoord over de verhouding tussen artikel 4.1 Woo en de geheimhoudingsbepaling van artikel 67 AWR.
Bij de uitvoering van wet- en regelgeving staat de Belastingdienst dagelijks voor keuzes bij de toepassing hiervan op individuele belastingplichtigen. Als daarbij vragen opkomen over hoe het recht moet worden uitgelegd en toegepast, kan een zogenoemde kennisgroep op het gebied van de rechtstoepassing van de Belastingdienst hierover een standpunt innemen. Een standpunt van een kennisgroep is bindend voor de inspecteur. De standpunten van de kennisgroepen vanaf 1 januari 2022 tot heden worden gepubliceerd op de website kennisgroepen.belastingdienst.nl. Daarmee wordt invulling gegeven aan de actieve openbaarmaking van informatie als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet open overheid.
Op grond van artikel 4.1 Woo kan eenieder ook een verzoek tot openbaarmaking van publieke informatie richten tot een bestuursorgaan. Op basis van artikel 4.1 Woo, en ook daarvoor onder de Wet openbaarheid van bestuur is een groot aantal kennisgroepstandpunten die zijn vastgesteld voor 1 januari 2022 (geheel of gedeeltelijk) openbaar gemaakt. Naar aanleiding daarvan is binnen de Belastingdienst de vraag opgekomen hoe artikel 4.1 Woo zich verhoudt tot artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en meer in het bijzonder welke informatie met een Woo-behandelaar kan worden gedeeld.
Vragen
- Gaat artikel 67 AWR voor op artikel 4.1 Woo?
- Kan informatie die valt binnen de reikwijdte van artikel 67 AWR gedeeld worden met een Woo-behandelaar?
Antwoorden
Nee.
Ja.
Uitgangspunt bij de Woo is dat de fiscale geheimhoudingsplicht vóórgaat op openbaarmaking onder de Woo. Dat betekent dat documenten slechts openbaar gemaakt kunnen worden, voor zover de informatie niet valt onder artikel 67 AWR. Met andere woorden, waar de geheimhoudingsplicht eindigt, begint de Woo.
De strikte werking van de geheimhoudingsplicht brengt voorts mee dat een medewerker van de Belastingdienst de bij de uitvoering van de belastingwet verkregen fiscale gegevens van een ander niet kan delen met een collega ten behoeve van de behandeling van een Woo-verzoek. De uitvoering van de Woo kan immers niet worden aangemerkt als “de uitvoering van de belastingwet of de invordering van een rijksbelasting”, zodat de in artikel 67, eerste lid, AWR gemaakte uitzondering op de geheimhoudingsplicht niet van toepassing is. Ook de uitzonderingen zoals bedoeld in artikel 67, tweede lid, AWR zijn niet aan de orde.
Dit heeft gevolgen voor de wijze van aanleveren van documenten aan een Woo-behandelaar. Documenten die integraal onder de fiscale geheimhoudingsplicht van artikel 67 AWR vallen, kunnen niet – zonder schending van de geheimhoudingsplicht – aan een Woo-behandelaar worden verstrekt. Bij documenten met een hybride karakter is gegevensverstrekking alleen aan de orde, voor zover de geheimhoudingsplicht dat toelaat. Dat betekent concreet dat de passages waar de geheimhoudingsplicht op ziet, gelakt moeten worden alvorens het stuk aan een Woo-behandelaar ter beschikking wordt gesteld. Het stuk behoort ook in gelakte vorm (in een eventuele Woo-procedure) tot de op de zaak betrekking hebbend stukken in de zin van artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht.
Gelet op de redactie van artikel 67 AWR kan in het kader van de Woo de geheimhoudingsplicht uitsluitend na het verkrijgen van een ontheffing worden opgeheven. Ontheffing kan slechts worden verleend als het gaat om incidentele of onvoorziene gevallen.
Geef een reactie