De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of een verlies uit aanmerkelijk belang uit 2021 in 2023 kan worden omgezet in een belastingkorting, als de belastingplichtige sinds 2021 geen aanmerkelijk belang meer heeft, maar in 2022 wel een fiscaal partner met een aanmerkelijk belang had.
X en Y zijn gehuwd buiten gemeenschap van goederen. X is enig aandeelhouder van X BV en Y is enig aandeelhouder van Y BV.
X BV wordt in 2021 ontbonden. Ook de vereffening wordt in 2021 voltooid. X heeft hierdoor niet langer een aanmerkelijk belang in X BV. Het negatieve vervreemdingsvoordeel dat hieruit volgt, wordt op grond van artikel 2.17 van de Wet IB 2001 in 2021 geheel toegerekend aan X en leidt tot een (nog niet verrekend) verlies uit aanmerkelijk belang.
In 2022 gaan X en Y scheiden. Zij kiezen op grond van artikel 2.17, zevende lid, Wet IB 2001 dat jaar voor voljaarspartnerschap. In 2023 zijn X en Y geen fiscaal partners meer. Y is in dat jaar nog steeds enig aandeelhouder van Y BV.
Vraag
Kan X zijn nog niet verrekend verlies uit aanmerkelijk belang van 2021 in 2023 omzetten in een belastingkorting?
Antwoord
Nee, X kan zijn nog niet verrekend verlies uit aanmerkelijk belang van 2021 op zijn vroegst in 2024 omzetten in een belastingkorting, omdat X in 2022 nog een partner had met een aanmerkelijk belang.
Bron: Belastingdienst, 4 april 2024
Masterclass Huwen en scheiden – pensioen en overlijden
Niets menselijks is de dga vreemd! Met alle (levens)fasen die het mensenleven kent, komt dan ook vanzelfsprekend de dga in aanraking. Naast de vele fiscale, juridische en financiële aspecten weegt daarbij telkens het belang van de ondernemingscontinuïteit. Dat vraagt om een structuur die zowel tussen partners en familieleden moet passen, maar ook recht doet aan de (al dan niet) gewenste bescherming van de onderneming.
Geef een reactie