De Kennisgroep IBR Vpb & winst heeft de vraag beantwoord of is voldaan aan de voorwaarde in artikel 24, negende lid, van het verdrag Nederland-Denemarken (‘dat in Denemarken belasting is betaald’) als een fictieve vaste inrichting in Denemarken winst behaalt, maar in het desbetreffende jaar over die winst in Denemarken geen belasting is verschuldigd als gevolg van de aldaar geldende, verplichte groepsconsolidatie.
X BV heeft op grond van artikel 24 van het Verdrag Nederland-Denemarken 1996, de buitengaatsbepaling, een (fictieve) vaste inrichting in Denemarken.
In Denemarken worden de resultaten van de vaste inrichting verplicht geconsolideerd met de Deense resultaten van groepsvennootschappen. In het onderhavige jaar maakt de vaste inrichting winst, maar lijdt de groep als geheel verlies. Vanwege de voorgeschreven consolidatie is over de winst van de vaste inrichting in het onderhavige jaar dus geen belasting verschuldigd.
Vraag
Volgens artikel 24, negende lid, juncto artikel 23, tweede lid, Verdrag stelt Nederland deze winst vrij op voorwaarde dat aan de hand van bewijsstukken wordt aangetoond dat daarover in Denemarken belasting is betaald. Is aan deze voorwaarde voldaan wanneer, als gevolg van de Deense verplichte consolidatie, over de winst van de vaste inrichting in het onderhavige jaar geen belasting is verschuldigd?
Antwoord
Ja, in die specifieke situatie wordt voldaan aan artikel 24, negende lid, Verdrag.
Geef een reactie