De Kennisgroep overdrachtsbelasting geeft antwoord op de vraag of een rechtspersoon die als enige bezitting een belang kleiner dan 1/3 in een OZR heeft voldoet aan de doeleis van artikel 4 WBR.
Z verkrijgt alle aandelen in Holding X BV. Holding X BV heeft als enige bezitting een 10%-deelneming in Y BV. Y BV is een onroerendezaakrechtspersoon, omdat zij uitsluitend een onroerende zaak bezit die wordt verhuurd aan derden. Nu het belang in Y BV minder is dan 1/3 vindt er geen consolidatie plaats in de zin van artikel 4, vierde lid van de Wet op belastingen van rechtsverkeer. De vraag komt op of een rechtspersoon die als enige bezitting een belang heeft van kleiner dan 1/3 in een OZR voldoet aan de doeleis van artikel 4 WBR.
Vraag
Kwalificeert Holding X BV als OZR en, meer specifiek, voldoet Holding X BV aan de doeleis van artikel 4 WBR?
Antwoord
Ja, Holding X BV kwalificeert als OZR.
Voor de toepassing van artikel 4, eerste lid, WBR wordt het 10%-belang in Y BV fictief aangemerkt als onroerende bezitting van Holding X BV (ingevolge artikel 4, tweede lid, WBR). Nu dit de enige bezitting van Holding X BV is, is dus niet in geschil dat Holding X BV voldoet aan de bezitseis van artikel 4 WBR. Holding X BV voldoet ook aan de doeleis van artikel 4 WBR.
Geef een reactie