De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of bij een inwonende au pair sprake is van fiscaal partnerschap.
De belastingplichtige is gescheiden. Hij woont alleen met zijn minderjarige kinderen en deze zijn allemaal ingeschreven op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen. Voor de opvang en zorg van zijn kinderen maakt hij gebruik van ondersteuning door een meerderjarige au pair uit het buitenland. Er is sprake van een zogenoemde au pair overeenkomst die voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld in de toepasselijke wet- en regelgeving. De au pair verblijft in de woning van de belastingplichtige en de kinderen en staat ook op dat adres ingeschreven in de BRP. De belastingplichtige verstrekt kost en inwoning aan de au pair, betaalt een maandelijks bedrag aan zakgeld en verstrekt een vergoeding voor een taalcursus. In ruil daarvoor verricht de au pair ondersteuning in de huishouding en in de zorg voor de kinderen. De belastingplichtige doet een verzoek om niet te worden aangemerkt als fiscaal partner van de au pair.
Vraag
Is sprake van fiscaal partnerschap tussen de belastingplichtige en de
au pair op grond van artikel 1.2, eerste lid, aanhef en onderdeel e, van de Wet IB 2001)?
Antwoord
Nee, in casu is geen sprake van fiscaal partnerschap tussen de belastingplichtige en de au pair. In de eerste plaats kan een au pair overeenkomst worden aangemerkt als een schriftelijke huurovereenkomst. Daarnaast stelt de belastingplichtige op zakelijke gronden woonruimte ter beschikking aan de au pair. Verder heeft de belastingplichtige een verzoek ingediend om niet te worden aangemerkt als fiscaal partner van de au pair. Daarmee voldoet de belastingplichtige aan de uitzondering als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, aanhef en onderdeel e, Wet IB 2001.
Geef een reactie