De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of fiscale partners die niet duurzaam gescheiden leven en die twee woningen in eigendom hebben, waarbij ieder een andere woning als hoofdverblijf heeft, beiden in hun aangifte inkomstenbelasting hun woning als hoofdverblijf kunnen aanmerken.
Fiscale partners X en Y leven niet duurzaam gescheiden en hebben twee woningen in eigendom. X heeft feitelijk zijn hoofdverblijf in de ene woning en Y heeft feitelijk zijn hoofdverblijf in de andere woning.
Vraag
X en Y doen beiden aangifte inkomstenbelasting waarbij zij beiden hun eigen woning als hoofdverblijf aanmerken. Is dit juist?
Antwoord
Nee.
Beschouwing
X en Y hebben ieder een andere woning als hoofdverblijf. Fiscale partners die niet duurzaam gescheiden leven, kunnen op grond van artikel 3.111, achtste lid, eerste zin, van de Wet IB 2001 maar één woning als hoofdverblijf aanmerken. Als zij feitelijk twee hoofdverblijven hebben, moeten zij op grond van artikel 3.111, achtste lid, tweede zin, Wet IB 2001 samen één woning als hoofdverblijf kiezen. Als fiscale partners in hun aangifte inkomstenbelasting geen keuze maken voor één hoofdverblijf, wordt op grond van artikel 3.111, negende lid, Wet IB 2001 in beginsel geen enkele woning als hoofdverblijf aangemerkt en vallen beide woningen in box 3. Om dat te voorkomen, geldt de woning die in de eerst binnengekomen aangifte inkomstenbelasting als eigen woning is vermeld als hoofdverblijf (Kamerstukken II 1999/00, 26727, nr. 7, p. 187).
Geef een reactie