De Kennisgroep successiewet heeft een vraag beantwoord over de bevoordeling bij het verstrekken van een onzakelijke lening aan een bv.
X is enig aandeelhouder van X BV. Y is het kind van X en houdt alle aandelen in Y BV. X BV verstrekt een niet-direct opeisbare geldlening van vijf miljoen aan Y BV, tegen een rente van 2%. Vast staat dat sprake is van een onzakelijke geldlening: een lening waarbij een onzakelijk debiteurenrisico wordt gelopen. Hiervan is sprake als geen ―niet in wezen winstdelende― rente kan worden bepaald, waaronder een onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest eenzelfde lening te verstrekken aan de debiteur onder overigens dezelfde voorwaarden en omstandigheden.
Vragen
- Wie is de schenker en wie is de begiftigde als een onzakelijke lening wordt verstrekt tussen bv’s?
- Waarmee en wanneer verrijkt de begiftigde in een dergelijk geval?
Antwoorden
- Als de lening vanwege de relatie bv-aandeelhouder is verstrekt, is de aandeelhouder van de verstrekkende bv de schenker. Als de bevoordelingsbedoeling is gericht op de natuurlijke persoon en niet op de bv, is de aandeelhouder van de lenende bv de begiftigde.
- Als de aandeelhouder van de lenende bv de begiftigde is, dan verrijkt deze als gevolg van het verstrekken van de onzakelijke lening met de waardestijging van de aandelen. Deze verrijking vindt plaats ten tijde van de verstrekking.
Geef een reactie