
De Kennisgroep invordering & civiel recht heeft een standpunt gepubliceerd over de vraag of het invorderen van een conserverende aanslag in verband met een dividenduitkering strijd met de goede verdragstrouw oplevert.
Dit betreft feitelijk geen antwoord op een rechtsvraag, maar wel zeer ingewikkelde materie. De Kennisgroep vindt het daarom nuttig de uitgebreide beantwoording van de vraag ook hier te publiceren. De beantwoording is afgestemd met de KG Internationaal Belastingrecht niet winst.
Betrokkene, die alle aandelen houdt in een bv, is naar Spanje geëmigreerd. Vervolgens is er door de inspecteur een conserverende aanslag inkomstenbelasting opgelegd waarin het te conserveren inkomen uit aanmerkelijk belang is vastgesteld. De ontvanger heeft uitstel van betaling verleend voor deze aanslag.
Op grond van artikel 25, achtste lid, onderdeel b, Invorderingswet 1990 wordt het uitstel van betaling onder andere beëindigd als er dividend aan een belastingschuldige wordt uitgekeerd. In dit geval is twee jaar na emigratie dividend uitgekeerd aan betrokkene. Het uitstel van betaling voor de conserverende aanslag is om die reden deels beëindigd.
Op grond van artikel 10, tweede lid, van de ‘Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Spaanse Staat tot vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het vermogen, 16-06-1971’ mag Nederland niet meer dan 15% heffen ten aanzien van dividenden, die zijn uitgekeerd door een in Nederland gevestigde vennootschap aan een inwoner van Spanje.
Betrokkene stelt dat invordering van de conserverende aanslag voor meer dan 15% over het bedrag aan dividend in strijd is met de goede verdragstrouw.
Vraag
Is sprake van schending van de goede verdragstrouw als de ontvanger in bovenstaand geval het uitstel van betaling geheel of gedeeltelijk intrekt op grond van artikel 25, achtste lid, onderdeel b, Iw 1990 en overgaat tot invordering?
Antwoord
Nee, de goede verdragstrouw verzet zich niet tegen (gedeeltelijke) intrekking van het verleende uitstel van betaling en invordering van (een deel van) de conserverende aanslag. Er is geen sprake van heffing van (inkomsten)belasting over de dividenduitkering, maar van invordering van een openstaande belastingschuld over de waardeaangroei van het aanmerkelijk belang gedurende de binnenlandse periode.
Geef een reactie