
De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of liquidatiepreferente aandelen een aparte soort vormen in de zin van artikel 4.7 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
X houdt zogeheten liquidatiepreferente aandelen in XY BV. Op grond van de statuten geven deze aandelen bij liquidatie van XY BV of bij verkoop van de onderneming van XY BV als eerste het op deze aandelen gestorte kapitaal terug. Over het gestorte kapitaal van deze aandelen wordt geen preferente vergoeding berekend. X kan volgens de statuten zijn liquidatiepreferente aandelen omzetten in gewone aandelen, zodat na omzetting het gehele aandelenkapitaal van XY BV uitsluitend bestaat uit gewone aandelen. Y houdt de overige, gewone aandelen in XY BV. Deze aandelen delen volledig mee in de winst en hebben geen preferentie ingeval van liquidatie of verkoop van de onderneming en ook geen preferente vergoeding.
Vraag
Vormen liquidatiepreferente aandelen een aparte soort in de zin van artikel 4.7 van de Wet IB 2001?
Antwoord
Ja, in het voorgelegde geval vormen de liquidatiepreferente aandelen een aparte soort als bedoeld in artikel 4.7 Wet IB 2001.
Beschouwing
De in de casus beschreven liquidatiepreferente aandelen zijn aandelen waarvan de houder ingeval van liquidatie of verkoop van de vennootschap, als eerste het op die aandelen gestorte kapitaal terugkrijgt. Daarnaast kennen deze aandelen een conversierecht waardoor de aandelen omgezet kunnen worden in gewone aandelen. In een slecht scenario maken de houders van de liquidatiepreferente aandelen gebruik van hun preferentie op het ingebrachte vermogen en krijgen de gewone aandeelhouders helemaal niets of veel minder. In een goed scenario worden alle liquidatiepreferente aandelen omgezet in gewone aandelen en bestaat het aandelenkapitaal van de vennootschap dan nog uitsluitend uit gewone aandelen. Iedere aandeelhouder krijgt dan dezelfde opbrengst naar evenredigheid van het aantal gewone aandelen op dat moment.
Onderdeel 2.2. van het Verzamelbesluit aanmerkelijk belang (besluit van 9 maart 2018, nr. 2018-27139) zegt het volgende over de aanwezigheid van verschillende soorten van aandelen:
“2.2. Verschillende soorten aandelen
(…) Er is sprake van verschillende soorten aandelen zowel bij vermogensrechtelijke verschillen tussen de aandelen als wanneer tussen de verschillende soorten aandelen uitsluitend een verschil bestaat met betrekking tot de besluitvorming omtrent uitkeringen van winst of vermogen van de vennootschap (zie HR 16 december 2011, nr. 10/00158, ECLI:NL:HR:2011:BN7252 en ECLI:NL:HR:2011:BU8233).
Voor de bepaling of sprake is van een aanmerkelijkbelangsoort zijn, inherent aan de aanmerkelijkbelangheffing, uitsluitend aan het aandeel verbonden rechten en plichten van belang. (…)”
In de in de aanleiding beschreven situatie kennen de aandelen een preferentie ten opzichte van de gewone aandelen waardoor deze aandelen vermogensrechtelijk verschillen van elkaar. De uitzonderingen als bedoeld in artikel 4.7, tweede lid, Wet IB 2001 zijn hier niet aan de orde. Er is dus sprake van een aparte soort zoals bedoeld in artikel 4.7 Wet IB 2001. Dat de preferente aandelen zijn om te zetten in gewone aandelen maakt dat niet anders.
Geef een reactie