De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over de toepassing van de arbeidskorting voor de loonheffing.
Een leraar verzorgt op grond van zijn dienstbetrekking naast zijn normale werkzaamheden eveneens bijlessen. De vergoeding die de leraar ontvangt voor zijn normale werkzaamheden wordt in een inkomstenverhouding geadministreerd (IKV1) en de vergoeding die de leraar ontvangt voor de bijlessen wordt in een separate IKV geadministreerd (IKV2). Als gevolg van de afbouw van de arbeidskorting wordt een negatief bedrag aan arbeidskorting verwerkt bij de bepaling van de verschuldigde loonheffing in de IKV waar de uren voor de bijlessen worden geadministreerd om op die manier te zorgen dat het totaal aan arbeidskorting over de beide IKV’s voor dat loontijdvak goed loopt.
De loongegevens worden per IKV verwerkt in de ‘vooraf ingevulde aangifte’. Als het bedrag aan verrekende arbeidskorting in het cumulatieve bedrag van de IKV negatief is, wordt de IKV niet opgenomen in de VIA. Ook staat de Belastingdienst in de aangifte inkomstenbelasting geen negatieve arbeidskorting toe.
Vraag
Kan er op formele grond sprake zijn van cumulatief een negatief bedrag aan verrekende arbeidskorting in een IKV in de situatie waarbij er één dienstbetrekking is met meerdere IKV’s?
Antwoord
Nee. De inhoudingsplichtige moet de verschuldigde loonheffing per loontijdvak berekenen door de loonbelastingtabellen toe te passen op het totale belastbare loon in het betreffende loontijdvak van de werknemer per dienstbetrekking (dus IKV1+2). Een negatief bedrag aan verrekende arbeidskorting is dan niet mogelijk.
Geef een reactie