De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft een standpunt gepubliceerd over de vraag of aan de voorwaarden voor een periodieke gift wordt voldaan als een belastingplichtige bestuurder is van de ANBI waaraan hij schenkt en in de schenkingsovereenkomst aanvullende beëindigingsgronden zijn opgenomen.
Belastingplichtige is bestuurder van een ANBI en schenkt jaarlijks op basis van een schenkingsovereenkomst een vast bedrag aan deze ANBI. De schenking eindigt bij het overlijden van de belastingplichtige. Verder zijn in de schenkingsovereenkomst als aanvullende beëindigingsgronden opgenomen dat de verplichting tot het doen van schenkingen eindigt als de ANBI failliet gaat of als de ANBI haar ANBI-status verliest.
Vraag
Voldoet een schenking van een belastingplichtige aan een ANBI, waarvan de belastingplichtige tevens bestuurder is, aan de voorwaarden voor een periodieke gift als bedoeld in artikel 6.34 van de Wet IB 2001, indien aanvullende beëindigingsgronden in de schenkingsovereenkomst zijn opgenomen waardoor de verplichting tot het doen van schenkingen eindigt als de ANBI failliet gaat of als de ANBI haar ANBI-status verliest?
Antwoord
Dat is afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Om te kunnen spreken van een periodieke gift is onder meer een wezenlijke onzekerheid over de looptijd vanuit het oogpunt van de schenker vereist. De wezenlijke onzekerheid moet aanwezig zijn bij het aangaan van de schenkingsovereenkomst. De beëindigingsgronden die in de schenkingsovereenkomst zijn opgenomen, betekenen niet automatisch dat geen sprake is van een wezenlijke onzekerheid. Wanneer bij het sluiten van de schenkingsovereenkomst vaststaat dat de bestuurder/schenker niet of nauwelijks invloed heeft (of gaat hebben) op de looptijd van de periodieke gift, wordt voldaan aan de wezenlijke onzekerheidseis.
Geef een reactie