
De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of een jaarlijkse gift aan een vereniging, die wordt verrekend met het recht op een vrijwilligersvergoeding, als een periodieke gift kan kwalificeren.
De belastingplichtige verricht vrijwilligerswerkzaamheden voor een vereniging en heeft op basis van de statuten en het vrijwilligersreglement recht op een onbelaste vrijwilligersvergoeding zoals dat is opgenomen in artikel 2, zesde lid, van de Wet LB 1964. De belastingplichtige is een jaarlijkse gift met de vereniging overeengekomen. In de schenkingsovereenkomst is vastgelegd dat de hoogte van de jaarlijkse gift is gekoppeld aan de onbelaste vrijwilligersvergoeding en dat deze met elkaar worden verrekend. De schenkingsakte is aangegaan voor een periode van vijf jaar.
Vraag
Kwalificeert een jaarlijkse gift aan een vereniging als een periodieke gift, als bedoeld in artikel 6.34 van de Wet IB 2001, als in de schenkingsovereenkomst is opgenomen dat de hoogte van de jaarlijkse gift is gekoppeld aan de in dat jaar te ontvangen vrijwilligersvergoeding van de vereniging?
Antwoord
Nee. Als de jaarlijkse gift aan de vereniging is gekoppeld aan de te ontvangen vrijwilligersvergoeding die wordt verkregen van de vereniging, is er geen sprake van een periodieke gift. Als de vereniging kwalificeert als een algemeen nut beogende instelling (hierna: ANBI) kan in dit geval wel sprake zijn van een andere gift als bedoeld in artikel 6.35 Wet IB 2001.
Geef een reactie