
De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over het genieten van postuum loon.
Een bank keert lijfrentetermijnen uit aan een rekeninghouder. De rekeninghouder overlijdt vóór de uitkering van de laatste lijfrentetermijn. Het recht op de nog niet uitgekeerde lijfrentetermijnen gaat ingevolge artikel 3.126a, zesde lid, van de Wet IB 2001 over op diens erfgenamen of legatarissen. Zolang de bank geen melding van overlijden ontvangt, is de bank echter niet op de hoogte van het overlijden van de rekeninghouder. De uitkeringen lopen in dat geval door op de bankrekening van de overledene onder inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. In voorkomende gevallen kan dit jaren duren.
Vraag
Mag de bank de lijfrentetermijnen vanaf het moment van overlijden tot de overlijdensmelding als loon uit vroegere dienstbetrekking van de overledene blijven behandelen?
Antwoord
Ja. De bank kan gedurende deze periode de goedkeuring uit het besluit van de staatssecretaris van Financiën van 21 juni 2022, paragraaf 2.1 (Stcrt. 2022, 18970) toepassen.
Geef een reactie