De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over de toepassing van de salderingsregeling voor reiskostenvergoedingen in het geval van opvolgende arbeidsovereenkomsten.
Een werknemer werkt op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst van 1 januari 2023 tot 1 juli 2023 bij een werkgever. Vanaf 1 juli 2023 gaat hij een nieuwe arbeidsovereenkomst aan met dezelfde werkgever voor onbepaalde tijd. Hij blijft dezelfde werkzaamheden verrichten. Hij heeft gedurende het gehele kalenderjaar recht op € 0,10 per kilometer voor woon-werkverkeer en € 0,30 per kilometer voor dienstreizen. De werknemer gebruikt zijn auto 100 kilometer per maand voor woon-werkverkeer en 250 kilometer per maand voor dienstreizen.
De werkgever past de salderingsregeling van artikel 31a, vierde lid, onderdeel e, van de Wet LB 1964 op grond van de cao standaard aan het einde van het kalenderjaar toe. Hierin heeft de werknemer geen keuze. De werkgever heeft alle reiskostenvergoedingen aangewezen als eindheffingsbestanddeel in de zin van artikel 31 eerste lid, onderdeel f, Wet LB 1964.
De vraag is of er voor toepassing van de salderingsregeling een genietingsmoment op 30 juni 2023 is. Reiskostenvergoedingen van meer dan € 0,21 worden geacht te zijn genoten bij het einde van het kalenderjaar. Een uitzondering geldt als de dienstbetrekking in de loop van het kalenderjaar eindigt. Dit is in casu niet het geval omdat fiscaal sprake is van een voortgezette dienstbetrekking.
Geef een reactie