De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen Vpb heeft de vraag beantwoord of wordt voldaan aan de voorwaarde van artikel 3.22, vijfde lid, onderdeel c, sub 1°, Wet IB 2001 indien nog geen schip in (mede-)eigendom wordt geëxploiteerd, maar slechts uitvoering wordt gegeven aan de bedoeling om een schip in (mede-)eigendom te gaan exploiteren.
De beschikbare feiten van de casus zijn als volgt:
- In boekjaar 1 start X in Nederland ondernemingsactiviteiten op het gebied van vervoer van zaken in het internationale verkeer over zee.
- X neemt in dat jaar schepen in tijd- of reischarter die worden gebruikt voor internationaal vervoer over zee in de zin van artikel 3.22, vierde lid, onderdeel a, sub 1°, van de Wet IB 2001. De schepen voeren een vlag van een van de lidstaten van de Europese Unie.
- X heeft in boekjaar 1 ook de bedoeling nieuwe zeescheepvaartactiviteiten te gaan starten met een schip in eigendom en geeft ook uitvoering aan die bedoeling. Dat schip wordt door derden gebouwd en zal in boekjaar 2 worden opgeleverd en feitelijk worden geëxploiteerd in de zin van artikel 3.22, vijfde lid, onderdeel a, Wet IB 2001. Dat schip zal dan voldoen aan de voorwaarden om de genoten winst uit zeescheepvaart te bepalen aan de hand van de tonnage van de schepen waarmee die winst wordt behaald zoals bedoeld in artikel 3.22, 3.23 en 3.24 Wet IB 2001 (tonnageregeling).
- X wil de winst van de schepen die in tijd- of reischarter worden gebruikt vanaf boekjaar 1 bepalen met toepassing van de tonnageregeling.
- Toepassing van de tonnageregeling op de winst in boekjaar 1 van de schepen in tijd- of reischarter vereist (onder andere en voor zover hier van belang) dat daarnaast in boekjaar 1 sprake is van het beheer van een schip dat in (mede-)eigendom of rompbevrachting wordt gehouden (artikel 3.22, vijfde lid, onderdeel c, sub 1°, Wet IB 2001, juncto artikel 3.22, vijfde lid, onderdeel a, Wet IB 2001).
Vraag
Wordt al in boekjaar 1 voldaan aan de eis dat naast de tijd-of reischarter ook het beheer wordt verricht van een schip dat in (mede-)eigendom of rompbevrachting wordt gehouden, als in boekjaar 1 slechts uitvoering wordt gegeven aan de bedoeling om in boekjaar 2 een schip in (mede-)eigendom te gaan beheren?
Antwoord
Nee. Het feit dat in boekjaar 1 uitvoering wordt gegeven aan de bedoeling om in boekjaar 2 een schip in (mede-)eigendom te gaan beheren, brengt niet mee dat al in boekjaar 1 sprake is van beheer in (mede-)eigendom van een schip.
Geef een reactie